Duitse soldaten waren verplicht een condoom te gebruiken.

Duitse soldaten waren verplicht een condoom te gebruiken.

In de eerste helft van de twintigste eeuw was gezinsplanning een taboe. Condoomgebruik zou maar zedeloosheid in de hand werken. Daarom werd het in de zedelijkheidswetgeving uit 1911, die ook het bordeelverbod omvatte, verboden om het condoom aan te prijzen en te verkopen. Ook de katholieke kerk was er op tegen.

Bisschop mgr. Bekker bracht daar in 1963 verandering in door te verklaren dat een individu naar eigen geweten over geboorte beperking moest beslissen. In die periode kon men condooms bij de Rutgershuizen van de NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming) aanschaffen. Apothekers mochten ze ook verkopen, mits ze dat niet kenbaar maakten. De condooms lagen in geheime laden, meestal onder de toonbank. Vooral mannen en jongens betraden deze gelegenheden. Meisjes en vrouwen durfden er uit angst voor ‘hoer’ te worden aangezien, al helemaal niet naar binnen te stappen. Pas in 1971 werd condoomverkoop in Nederland vrijgegeven.

De anticonceptiepil was vanaf de jaren zeventig als voorbehoedsmiddel populairder dan het condoom. Maar in de prostitutie, vooral in de raam- en straatprostitutie, bleef het kapotje als bescherming tegen geslachtsziekten in zwang.

Preventie

Condoomgebruik negentiende eeuw

Condoomgebruik negentiende eeuw

Preventie van ziekten maar ook van insectenbeten was het doel van wat sommige auteurs als de voorloper van het condoom beschouwen: de peniskoker. De oude Egyptenaren droegen een soort condooms van linnen om hun rang aan te geven maar, ook om zich tegen besmettelijke ziekten te beschermen.

De Chinezen gebruikten ge-olied zijde- papier, Japanners schildpadden en een dun soort leer. (Parisot, 1987) Grieken en Romeinen maakten ze van dierenvellen. Het condoomgebruik zou in onderstaande mythe tot uitdrukking zijn gebracht.

Het zaad van de legendarische Koning Minos op Kreta zou slangen en schorpioenen bevatten. Zijn vrouw, Pasiphaë, dochter van Helius, de zon, was immuun voor infecties door het zaad doordat zij op aanraden van Prokris, een oudere vrouw, de blaas van een beest in de vagina had laten plaatsen. Daarin werden de beesten opgevangen en Pasiphaë kreeg het gezonde zaad. Maar zij kon geen kinderen krijgen. (Van der Wal, 1987 en Parisot 1987)

De eerste die poogde een condoom tegen syfilis te ontwikkelde, was de Italiaanse arts en anatoom Gabriello Fallopius. In 1560 ontwierp hij een penisvormig linnen zakje dat hij in medicinale kruidenoplossingen dompelde. Hij testte dit op 1100 mannen die volgens hem vrij bleven van de ziekte. In 1564 publiceerde hij zijn bevindingen in een werkje met de titel Morbo Gallico. (De Franse Ziekte). [1] In 1597 voegde Hercules Saxonia eraan toe dat het zakje niet één keer, maar enkele malen in een chemische oplossing moest worden gedompeld en daarna in de schaduw te drogen moest worden gelegd. (Van de Wal, 1987)

In de zeventiende eeuw gebruikte men ook organen van dieren. Dankzij een archeologische vondst die halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw, in Dudley Castle in de Engelse Midlands werd gedaan, weten we dat er in de zeventiende eeuw in Engeland condooms van ingewanden van dieren werden vervaardigd.

De Condomerie in 2014

De Condomerie in 2014

In de achttiende eeuw maakte men eigenlijk alleen nog condooms van de blaas en darmen van dieren en niet meer van linnen. (van de Wal, 1987) In die periode duikt ook het woord ‘condoom’ voor het eerst op. Maar de herkomst van het woord is onzeker. Een van de minst waarschijnlijke verklaringen is dat het condoom in het Franse plaatsje Condon is ontwikkeld. Anderen schreven het toe aan Dr. Condom of Condon, die de lijfarts van koning Charles II zou zijn geweest. Volgens een ander verhaal was Dr. Condom een kolonel onder diezelfde Charles II.

Op dit gebied had Utrecht een primeur: in het begin van de achttiende eeuw was er een condoomfabriek die op een hoek aan het Begijnhof die door een vrouw was gevestigd. Zij had het alleenrecht op de verkoop. Ze gaf ook voorlichting over het gebruik van het condoom. Ze had er ruzie over met haar broer, een chirurgijn die door haar zijn broodwinning van (niet werkende) therapieën voor geslachtsziekten) zag aangetast. (Freschot, ed. E.Tigelaar, 2013)

Het woord condoom verscheen voor het eerst in 1706 in het gedicht A Scots Answer to a British Vision, van John Hamilton. In 1911 suggereerde ene Richter uit Berlijn dat het afkomstig was uit het Perzische (Farsi) woord voor ingewanden van dieren: kendu of kondu. In het Weense Beeldlexicon werd geopperd dat ‘condoom’ van het Latijnse condore gladium was afgeleid. (een vergaarbakje voor een zwaard). [2]

Lang voordat de Rubber Company er zich vestigde, was Londen al een centrum van de condoomhandel. Twee vrouwen waren de spil hierin. Deze Mrs. Philips en Mrs. Perkins kregen veel opdrachten uit het buitenland. (Parisot, 1987)  Mrs. Philips exporteerde ook naar andere landen. (Wal, van der 1987)

In een strooibiljet uit 1776 kondigde Mrs. Philips aan dat ze na tien jaar weer in de condoombranche was teruggekeerd. De dames prezen hun waar aan in dichtregels als: ‘ To guard yourself for shame ore fear/ Votaries of Venus hasten here’

De Condomerie in 2014

De Condomerie in 2014

De condooms moesten op maat worden gemaakt. Dat maakte ze heel duur waardoor ze buiten het bereik van de gewone man vielen. Een heel enkele welgestelde klant had er een bij zich. Een van die gefortuneerde gebruikers was James Boswell, dagboekschrijver en een in Engeland bekende biograaf. Hij bezocht in 1764 een Amsterdams bordeel. Helaas was hij bij die gelegenheid zijn ‘armour’ vergeten, waardoor hij zich tot het drinken met een deerne beperkte. In Nederland werd echter zelden melding gemaakt van condoomgebruik.

In de achttiende eeuw gebruikte men het condoom vooral tegen ziekten; pogingen om het in te zetten tegen ongewenste zwangerschappen waren weinig succesvol. Pas halverwege de negentiende eeuw, in 1844, vonden de Amerikanen Goodyear (van de autobanden) en Hancock het vulkaniseren van rubber uit waardoor het rubber gebruikt kon worden als basismateriaal voor het condoom.

In de tweede helft van de negentiende eeuw bloeide de rubberhandel. De eerste rubberen condooms hadden echter een onaangenaam aanvoelende zoom van rubber. (Parisot, 1987). Dat veranderde toen in 1930 latex, het sap van de rubberboom, werd ontdekt. Latex had als voordeel dat het elastisch was. De toevoeging van het zaadreservoir – het topje- maakte het condoom veiliger.

Aids

Door de komst van aids moest het condoom weer worden opgewaardeerd. Het was echter een hele opgave om condoomgebruik leuk te maken. Men vond immers dat het condoom de seks minder opwindend maakte en dat ‘het gevoel’ erdoor verdween. Een van de initiatieven op dit gebied was de opening van de Condomerie in 1987 in Amsterdam. In 1990 ben ik naar Amsterdam getogen om een van de initiatiefneemsters te interviewen.

Een restaurant in Bangkok geeft condooms in plaats van pepermuntjes uit.

Een restaurant in Bangkok geeft condooms in plaats van pepermuntjes uit.

Er komen hier evenveel mannelijke als vrouwelijke klanten. Soms komen er honderden klanten per dag, maar daar zitten ook veel toeristen tussen, die alleen maar komen kijken. We hebben ook kleine dingetjes die met condooms te maken hebben zodat mensen er eens om kunnen lachen. Zo wordt het gemakkelijker bespreekbaar. Condoomgebruik was ook door aids zo zwartgallig en zo zwaar geworden. Toen dachten we, wil je ooit bereiken dat mensen er op een goeie manier daarmee omgaan, dan moet je het populairder maken. Dan moet je zorgen dat ze bereikbaar zijn en dat mensen niet naar de sekswinkel of de plaatselijke drogist hoeven, waar hun buurvrouw ze kunnen zien.

Naar aanleiding van speciale condooms, met borsteltjes enzo, maken we ook wel grappen. Maar we raden altijd af om ze echt te gaan gebruiken, ze zijn gevaarlijk, ze kunnen de baarmoeder verwonden.

Een vaak voorkomende klacht is dat condooms te klein of te smal of te kort zijn – dat kan variëren- en soms ook dat ze te groot zijn. Aziatische mannen zijn allemaal wat kleiner gebouwd. Het is raar om ervan uit te gaan dat alle mannen dezelfde maat penis hebben. Je hebt zoveel variëteit in maten van geslachtsdelen, en ook in vormen, gekromd enzo. Ook vinden veel mensen dat ze te veel naar rubber ruiken, dat ze stinken.

Durex heeft zo’n beetje het monopolie in Nederland. Het is het enige merk dat mensen kennen. Maar het is wel zo dat Durex condooms wel toevallig het ergste ruiken van alle condooms die wij zo’n beetje kennen. Wij hebben ook verschillende smaken en kleuren. En er zijn speciale condooms voor mensen met een rubber/latex-allergie. Wat wel behoorlijk wordt verkocht zijn bijzondere condooms die de man een klein beetje verdoven, zodat hij niet meteen klaarkomt.

We zijn nu vele jaren verder. Durex heeft geen monopolie positie meer. Men is creatief met condooms: men zet er bepaalde afbeeldingen op of men maakt condooms die muziek spelen als je ze omdoet. En er is meer keuze. En een belangrijke variëteit is – vooral in ontwikkelingslanden –  het vrouwencondoom. In Nederland is het niet zo aangeslagen maar voor vrouwen in bijvoorbeeld Afrika kan het levensreddend zijn. Ze kunnen het indoen zonder dat de man het merkt.

Sietske Altink

Bronnen:

Websites: de website van de Condomerie en condoom anoniem.

Lees meer :

Inleiding: prostitutie en soa

Geschiedenis van de Syfilis

Artsen en prostituees in de negentiende eeuw

Clubartsen

De komst van aids in de prostitutiewereld

 

 

[1] Parisot, 1987 en www. condoom.anoniem.nl.

[2] Een ander, waarschijnlijk een grappenmaker, gaf aan dat de naam naar God verwees: con Domine, (met god)

Inhoud Artikel