Vroeger heette Taiwan Formosa, het mooie eiland, een naam gegeven door de Portugezen die daar ook als bezetters hebben vertoefd. Maar is het prostitutiebeleid in Taiwan ook zo mooi? In Taiwan moesten sekswerkers tot 2006 een vergunning hebben om te mogen werken. Daarna is men overgegaan op het verbieden van prostitutie met als gevolg… veel sekswerk in het ‘Green Light District’ in Taipei. Een vertegenwoordigster van De Rode Draad was in 2001 in Taiwan waar zij met sekswerkers sprak die streden voor het behoud van het systeem van ‘licensed prostitition’ en daarmee voor de rechten van alle sekswerkers. Hieronder haar verslagen:

Red (green) light district in Taipei

Red (green) light district in Taipei

In een traditioneel theehuis in Taipei, de hoofdstad van Taiwan, wordt een video vertoond van een vergadering van de gemeenteraad. De publieke tribune is ogenschijnlijk leeg. Ineens komt er een bord met Chinese tekens boven de lege banken uit. ‘Ze liegen’ staat erop, zo vertelt de tolk. De borden worden opgehouden door Taiwanese sekswerkers die gehurkt achter de banken zitten. Ze  protesteren tegen de magere afkoopregeling die hun wordt geboden als ze uit het vak stappen. Li-gun en de haren voerden deze actie omdat ze het aangeboden geld ten behoeve van de rehabilitatie van de geregistreerde sekswerkers een schijntje vonden. Bovendien waren de voorwaarden om daarvoor in aanmerking te komen te streng. Zij werden bijvoorbeeld geacht in stalletjes op straat sigaretten en snoep te gaan verkopen. Maar veel vrouwen waren analfabeet en konden niet eens de sigarettenmerken lezen. Slechts zeven vrouwen waren erin geslaagd met een klein bedrijfje een minimaal bestaan op te bouwen. Veertig van de 128 vrouwen hadden wel het aanbod om zich uit te laten kopen aangenomen. Een grote groep vrouwen wilde helemaal niet het vak uit en verdween naar de provincie waar de ‘licensed prostitution’ niet was afgeschaft. Op de film is hun melancholieke lied te horen dat ze, gebaseerd op een traditioneel Taiwanees muziekstuk, zelf hebben gecomponeerd

De vrouwen dragen traditionele Chinese hoeden die hun gezichten geheel bedekken. Die hoofddeksels zijn het symbool geworden van de strijd van de ‘licensed prostitutes’, ofwel de geregistreerde sekswerkers.

Traditioneel hoofddeksel, gebruikt door sekswerkers om anoniem te kunnen protesteren

Traditioneel hoofddeksel, gebruikt door sekswerkers om anoniem te kunnen protesteren

Sinds 200 jaar is Taipei een handelscentrum met prostitutie als een van de belangrijkste industrieën. Een bezoekje aan een bordeel is zo onderdeel van het zakendoen geworden. In de jaren zestig gingen vliegtuigladingen Japanners naar de goedkope bordelen in Taipei.

Vroeger was Taiwan in Japanse handen. Deze machthebber had al tussen 1895-1945 een systeem van ‘licensed prostitution’ ingericht als voorziening voor de soldaten van het bezettingsleger. Dat dit soort ‘staatsprostitutie’ niet op vrijwillige basis plaatsvond, blijkt wel uit de schadeclaims die Taiwanese voormalige ‘troostmeisjes’’ bij Japan hebben ingediend .Het latere systeem van de geregistreerde bordelen stamt uit 1973, toen Taiwan nog onder de  krijgswet stond. De absolute heerser was destijds de Kwo Min Tang, de politieke partij van  de tegenstanders van Mao. Deze anticommunisten hadden zich in 1949 onder leiding van Tsjang Kai Tsjek op Taiwan gevestigd.

Bordeelmuseum. Met dank aan Coswas

Het museumbordeel, met dank aan Coswas

Tsjang Kai Tsjek had voor zijn troepen ook belang bij gereguleerde prostitutie. Hij was de opvolger van de nationalist Sun-Yat-sen die op het platteland vanaf 1911 de banden met de triades, dat wil zeggen Chinese misdaadorganisaties, had aangehaald. Zij hadden hem geholpen met het stichten van de nationalistische beweging. De triaden werden samen met de nationalisten verdreven. Tsjang Kai Tsjek was echter ook met hen gelieerd. Behalve op Taiwan vestigden deze criminelen zich in Hong Kong en Birma.

Toen Taipei in 1949 hoofdstad van de anticommunisten werd, verwelkomde men de troepen en organiseerde een vorm van staatsprostitutie naar Japans model voor hen. De soldaten konden zich er verpozen met meisjes die regelmatig door de dokter werden gecontroleerd. In het systeem van ‘licensed prostitutes’ was dat allemaal afgezwakt, maar het argument van welzijn en goede werkomstandigheden stond nog steeds voorop. Naar verluidt hadden de triades tot op het laatst een vinger in de pap bij de organisatie van het Taiwanese prostitutiewezen.

Tussen 1980-1990, tijdens de industriële boom, beleefde ook de seksindustrie een groei.Tevens bleef het verschijnsel vrouwenhandelTaiwan niet bespaard. Vooral de oorspronkelijke bevolking, de aboriginals moesten het ontgelden.
In 1973, toen de moderne versie van de ‘licensed prostitution’ werd ingesteld, waren er nog zo’n honderd vergunningplichtige bordelen. Deze vergunningen werden echter na de dood van de bordeelhouder ingetrokken. Met als resultaat dat er in 1997 nog maar 18 erkende bordelen waren waar 128 vrouwen werkten.

Politiek

In de jaren tachtig werd de macht van de Kwo Min Tang, de politieke partij van Tsjang Kai Tsjek, afgekalfd en werd Taiwan een democratisch land. In 1987 werd de krijgswet afgeschaft. In 1991 werd het monopolie van de Kwo Min Tang uiteindelijk officieel doorbroken. In 1994 werd een vooraanstaand lid van de voorheen verboden oppositiepartij Democratic Progressive Party (DPP), Chen Shui Bian, later president van Taiwan, gekozen tot burgemeester van Taipei. In zijn ijver om progressief te zijn, liet hij zijn oren hangen naar feministische groepen die de door de overheid getolereerde prostitutie aan de kaak stelden. Chen zou namelijk meewerken aan de onderdrukking van de vrouw. Hij kreeg dit te horen vlak nadat hij 107 vergunningen had afgegeven. Dit was voor hem aanleiding voor een offensief tegen alle prostitutie. Vergunningen van 128 prostituees werden van de ene op de andere dag ingetrokken. Eerder had burgemeester Chen, toen hij nog raadslid was, twee jaar uitstel van de afschaffing toegezegd. Dit ontkende hij toen hij eenmaal burgemeester was. paar gemeenteraadsleden die de Kwo Min Tang in Taipei nog had, vielen hem om dit tegenstrijdige beleid aan.

Het probleem werd steeds meer inzet van politieke spelletjes tussen de Kwo Min Tang (KMT) en de partij van Chen. Tijdens zijn vierjarige ambtsperiode heeft burgemeester Chen vierhonderd legale en illegale bordelen gesloten. Duizenden taxichauffeurs en horecamensen kwamen zonder werk te zitten en stemden op Chen’s rivaal voor de burgemeesterspost. Chen werd inderdaad verslagen door KMT-lid Ma Ying-jiou die de twee jaar uitstel wel toestond. Maar de democratische DPP-raadsleden pikten dat niet en werkten Ma tegen. Pas op 25 januari 1999 kon Ma het tweejarig uitstel goedkeuren. Op 28 april 1999 gingen de vergunde bordelen na een controle van de gezondheidsinspectie weer open.

Met behulp van vrouwengroepen en vakbonden wisten de geregistreerde sekswerkers het afschaffen van de gereguleerde prostitutie nog twee jaar uit te stellen.

Het verzet van de vrouwen begon op 6 september 1997 en zou 19 maanden gaan duren. De vrouwen waren heel inventief. Ze benutten straattheater en mobiliseerden support waar dat maar mogelijk was, bijvoorbeeld van het Committee for Labour Organization, de homoseksuele gemeenschap en de universiteiten. Voor veel vrouwen was het een hele belevenis. Sommigen leerden tijdens het demonstreren voor het eerst de stad kennen: voordien waren ze nog nooit buiten hun wijk geweest. Ook kwamen ze voor het eerst op het idee van het openbaar vervoer gebruik te maken. Twee jaar later, op 27 maart hadden de vrouwen met hun vaste klanten een afscheidsfeestje gevierd. Toen viel het doek definitief voor de zeventig geregistreerde vrouwen die in Taipei waren overgebleven.

Interieur vergund bordeel.

Interieur vergund bordeel.

Een van de vrouwen nam ons mee naar een pand waar zo’n ‘licensed’ bordeel had gezeten. Het zat in een donkere, nauwe straat met gebouwen met Chinese ornamenten aan de gevel, in een wijk die uit een doolhof van stegen bestond, een schril contrast met de overvolle brede straten die Taipei doorklieven. Behalve bordelen met namen als Buds of Grace (Ontluikende Gratie) – inmiddels door de politie ontdaan van neonverlichting en perspex uithangborden – stond er ook een tempel in de straat. Daar hadden de ‘licensed prostitutes’ op het laatst nog hun religieuze rituelen opgevoerd om betere tijden af te smeken.

Het bordeel zou zo uit een jaren vijftig film noire kunnen komen over zeelieden die in de oriënt gingen passagieren: verschoten bloemetjesbehang, een oude pendule aan de muur, houten opengewerkte schotten boven de deuren. Onze gastvrouwen vertelden ter plekke over de manier van werken in die bordelen. De vrouwen konden zelf kiezen hoe ze zich wilden kleden. Sommigen droegen traditionele Chinese zijden jurken met een split, anderen verkozen een westerse dracht. Sekswerkers hadden kleurrijke bijnamen als Lentebloem, Lilly en Reddy. Er heerste een informele sfeer in deze bordelen. Sommige klanten kwamen er zelfs in pyjama binnen. Tegen hun vrouw hadden ze gezegd dat ze nog even een bakje noedels gingen eten. Ook stonden er altijd veel klanten voor de deur. Dat konden we ons voorstellen, want hoewel het bordeel niet meer in bedrijf was, verzamelden zich al snel klanten en buurtbewoners voor de deur in de ijdele hoop dat het voor een avond open ging.  Al spoedig kwamen deze omstanders op het idee om er drankjes bij te halen en op hun gemak met ons mee te discussiëren over het wel en wee van Red Light Districts. Tijdens deze spontane uitwisseling bleek dat deze buurtbewoners ook tegen sluiting van de gereguleerde bordelen waren. Toen de bordelen nog open waren was het tenminste rustig. In andere buurten beschikte men over minder tolerantie: daar wilden bewoners alle prostitutie weg hebben.

Warme buurt in Taipei

Warme buurt in Taipei

Het doel van de strijd – het in stand houden van geregistreerde bordelen – kwam aanvankelijk vreemd voor in de ogen van enkele westerse deelnemers aan de conferentie van Coswas, de organisatie die het protest coördineerde. Zo geweldig was het systeem namelijk niet: sekswerkers moesten zich verplicht laten controleren, ze moesten hun ouders toestemming vragen om de prostitutie in te gaan en ze waren volledig overgeleverd aan bordeelhouders. Ze moesten soms tachtig klanten per dag afwerken. Bordeelhouders hadden goede relaties met de politie, wat in de praktijk betekende dat ze smeergelden betaalden. Sekswerkers moesten de helft aan de baas afstaan en mochten niet langer dan een kwartier bij de klant blijven. Ook werden ze geacht twaalf uur per dag te werken. Niet een situatie waar organisaties als De Rode Draad op zitten te wachten. De Taiwanese vrouwen deelden onze bezwaren maar vonden toch dat de strijd voor alle sekswerkers van belang was, De autoriteiten grepen het afschaffen van de ‘licensed prostitution’ namelijk aan om zich van alle prostitutie te ontdoen.  Dat was hetgeen waartegen ook de niet-geregistreerde sekswerkers protesteerden.

Al met al besloeg die ‘licensed prostitution’ maar een klein deel van de hele markt. Er waren in 2001 zo’n 10.000 sekswerkers actief in Taipei; zij werkten in karaokebars, op straat en in de KTVs. KTV duidt niet op Kleuren TeeVee, maar op animeerbars. Vrouwen werkten ook in met neon verlichte kapsalons of in discrete restaurants met naaktbediening. Daarnaast zijn er op straat stalletjes van de ‘kevernoot’ verkoopsters, waar mannen steels hun borsten mogen betasten. Die kevernoot is overigens een bitter nootje met een opwekkend effect. Een van de voormalige geregistreerde sekswerkers had met het genadegeld van de burgemeester zo’n stalletje geopend. Behalve stukjes kip en frisdrank verkocht ze die kevernootjes, maar van grijpgrage mannen hebben we niets gemerkt.

Voormalig bordeel in Taipei.

Voormalig bordeel in Taipei.

In 2003 kwam de ‘nieuwe’ burgemeester van Taiwan, Ma, naar Amsterdam. Op het stadhuis sprak hij met kenners van het  prostitutiebeleid, zoals De Rode Draad. Aan de andere kant van de wereld werd dit met spanning gevolgd, niet in de laatste plaats omdat deze Ma in zijn land bijna de status van superstar had.

 

2006

Doorkijkje voormalig bordeel Taipei. Voor al deze afbeeldingen: dank aan Coswas.

Doorkijkje voormalig bordeel Taipei. Voor al deze afbeeldingen: dank aan Coswas.

In 2006 stapte De Rode Draad weer in het vliegtuig naar Taiwan. 16 uur vliegen om 6 minuten met de burgemeester te spreken. De gelegaliseerde prostitutie was inmiddels afgeschaft. Onze zusters aldaar deden hun uiterste best de burgemeester te overtuigen van de noodzaak tot decriminaliseren. Voor een van hen was het echter te laat. Ze had  uit teleurstelling zelfmoord gepleegd. Ze zag geen perspectief in een ‘uitstapprogramma’.

2015

Een bordeel in Taipei waar vroeger ‘vergunde’ sekswerkers werkten is tot een museum gemaakt. Hieronder enkele foto’s, met dank aan Coswas, de sekswerkers rechten  organisatie in Taiwan.

Lees meer over dit bordeel en de wijk.

 

Inhoud Artikel