Rond 1960 was er veel prostitutie aan het Oranjeplein.
1952: In APV werd verkapt verbod op raamprostitutie: verboden om van binnenshuis de aandacht te trekken. .
1964: De gemeente maakt een afspraak met buurtbewoners: in ruil voor het wegsaneren van raamprostitutie bij Hollands Spoor, wanneer de buurt meewerkt aan het realiseren van nieuwbouw.
1969: Bedrijven willen schadevergoeding voor verplaatsen prostitutie. De gemeente werd geïntimideerd door de sekswereld.
Geleenstraat
1972: de gemeente Den Haag greep één keer in bij een illegale verbouwing. De ME stond klaar, maar hoefde niet op te treden.
1973: Den Haag gaat overleggen met exploitanten. Een delicate kwestie, want er waren gevallen van intimidatie en bedreigingen door exploitanten bekend.
De Katersraat ontstond in 1620. Het meeste van de oorspronkelijke bebouwing is gesloopt.
Den Haag voerde door middel van een APV een concentratiebeleid voor prostitutie in. Het werd beperkt tot de Katerstraat, de Hunsestraat, de Geleenstraat, de Doubletstraat en de Poeldijksestraat. Buiten deze straten waren er nog zo’n 40 panden waar prostitutie werd bedreven. Daar paste men een uitsterfbeleid op toe. Er zaten veel kroegjes in de buurt en mensen moeten er vaak met een kater hebben rondgelopen. Maar dat verklaart de naam niet. De straat is vernoemd naar Cornelis Ca ter, belastingpachter van de Grote Markt. Hij ontving de wijn- en bieraccijns van de kroegeigenaren. (In de Buurt, Den Haag, Lizette Bremer, 18-1-2020)
1977: Buurtbewoners protesteren tegen de verbouwing van prostitutiepanden op grond van 250 bis. Den Haag had die panden namelijk opgekocht. De rechter stelde de gemeente in het gelijk. De aankoop diende om de prostitutie te beperken.
1984: De Nota Prostitutie en Stadsvernieuwing verschijnt.
1985: Den Haag wilde de prostitutie weg uit de Katerstraat hebben. De exploitanten moesten gecompenseerd worden. Tevens rijpte er een plan om de Doubletstraat autovrij te maken. De bewoners waren boos dat de gemeente prostitutiepanden in de Katerstraat had gekocht en spanden een rechtszaak aan. De gemeente werd in het gelijk gesteld.
Halverwege de jaren 80 is het aantal werkplekken in de raamprostitutie verdubbeld. De kamers waren opgedeeld om migranten te kunnen laten werken.
1988 (26 januari) De gemeente en raadsleden bespreken de Nota In het Leven met de mr. De Graafstichtin, De Rode Draad, hulpverlening en organisaties voor hulp aan migranten sekswerkers.
1988: oprichting prostitutieplatform waarin gemeente, SPP en exploitanten participeren.
1979: De gemeente Den Haag verzoekt de Mr. De Graafstichting onderzoek te doen naar overlast van verkeer in de prostitutiestraten.
1980: De Doubletstraat wordt afgesloten voor verkeer. Voordien reden klanten er voortdurend rondjes omdat de straat maar vanaf één kant toegankelijk is. Exp[oitanten protesteerden.
1998: de gemeente wil het aantal ramen beperken.
1998: Politie wil camera’s in Doubletstraat en Poeldijksestraat om berovingen en drugshandel te bestrijden.
1999: De gemeente schrijft Plan Aanpak Raamprostitutie Den Haag. Gemeente schrijft ook een nota volksgezondheid.
1999: Rechter keurt de beperking van de openingstijden van de raambordelen goed. Door de weeks om één uur en in het weekend tot half twee.
1999: Men wil ook de Doubletstraat op termijn sluiten.
1999: De gemeente maakt plannen voor onteigen ing van de panden aan de Poeldijksestraat.
2000: Gemeente wil pasjessysteem om loverboys te bestrijden.
2000: Haagse Prostitutieverordening wordt goedgekeurd.
2000: Den Haag trekt 400.000 gulden uit voor cameratoezicht.
2000: oktober: cameratoezicht zou gereed zijn.
1998: Open Dag, foto Jan Visser.
1988: Gemeente evalueert de effecten van het uitroepen van de raamgebieden tot noodgebied.
1998: SPP en de organisatie van raamexploitanten zitten wekenlang aan tafel om de overlast te bespreken.
1998: Raamexploitanten willen open dag organiseren. De gemeente verwerpt dat plan omdat ze openbare orde problemen verwacht. Het gaat wel door, en het blijft rustig.
De aanbeveling om op de tippelzone een medisch spreekuur te gaan houden, wordt overgenomen.