Zr.Mechtild

Zr.Mechtild

Een van de ‘likes’ voor deze site komt van de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel, een organisatie van religieuzen (nonnen, lekenzusters en priesters) die een steentje wil bijdragen in de strijd tegen mensenhandel door middel van preventie, voorlichting en bewustwording. De Rode Draad had altijd goed contact met deze organisatie. Maar de persoon die ik onlosmakelijk met deze organisatie associeer is Zuster Mechtild.

Ik leerde haar kennen toen ik in 1988 voor de Stichting tegen Vrouwenhandel (STV) op kloosterbezoek ging. Er was toen  een schrijnend tekort aan opvangplekken voor de slachtoffers. Ik voerde toen oriënterende gesprekken met kloosters die zich bereid hadden verklaard slachtoffers op te vangen.

Zo kwam ik in het klooster waar Zr. Mechtild woonde. Zij moet toen al begin zestig zijn geweest. Ze droeg bescheiden burger kleding. Ze bracht me naar een huisje – een soort vakantiehuis- in de kloostertuin. Of dat geschikt was? Ja, nou en of. Geregeld. Binnen no time had de zuster een wat zij ‘achterban’ noemde, op poten gezet. Die achterban bestond uit een politieman uit de regio, een arts, een medewerker van de sociale dienst en een advocate. Dit was het begin van een jarenlange samenwerking tussen de Stichting Tegen Vrouwenhandel en de zuster.

In 1990 was er echter een groot probleem in ‘het klooster’. De politie had een slachtoffer met haar ‘partner’ – een  bedreigde verdachte- naar het klooster gebracht. En nu moest die man het klooster worden uitgezet, voordat hij het adres bekend kon maken. Een collega en ik moesten maar met hem gaan praten. Door de politie was ik gewaarschuwd op te passen voor de man; hij zou banden hebben met de beruchte Belgische bende van Nijvel. Dat bleek achteraf niet het geval te zijn, maar toch… Hoe vertel ik dit nu de zuster? Onze inspanningen bleven echter zonder resultaat.

Na een paar dagen ging ik weer naar het klooster.  Daar trof ik de zuster briesend van woede en vloekend aan. ‘Van Onze Lieve Heer mag dat bij uitzondering omdat ik heel boos ben’, zei ze toen ik haar zo weinig nonachtig bezig hoorde. Ze was – terecht- boos op de politie uit die andere regio. Maar ze had haar achterban ingeschakeld en die had de volgende oplossing bedacht:

Straks komt er een ambulance. De dokter heeft namelijk een acute blindedarmontsteking bij de vrouw vastgesteld.  En in het ziekenhuis zal blijken dat dit een foute diagnose is, maar dan is hij wel het klooster uit en hoeft hij niet meer terug te komen.

Later zijn de politieagenten die de fout hadden gemaakt met bloemen en een donatie voor het werk nog bij de zuster op bezoek geweest.

De zuster liet zich echter niet weerhouden door deze nare ervaring. Regelmatig werden er vrouwen bij haar ondergebracht. Ze had het er niet altijd gemakkelijk mee. Dingen gingen mis. Zo had ze een keer vrouwen in huis die een enorme hoeveelheid bagage bij zich hadden, waaronder een stofzuiger. Soms moesten er honden mee. Dat mocht, mits ze maar zindelijk waren, zei de zuster toen we deze vrouwen aanmeldden.

Een ander incident betrof de lingerie van de vrouwen die vanuit de kloostertuin op het aanpalende schoolplein was gewaaid. De onderwijzer hield het omhoog en vroeg Zr. Mechtild: ‘Van wie is dit?  Zuster Mechtild: ‘Van mij’.

En een paar vrouwen waren ontsnapt omdat ze naar de disco wilden.

Het ging ook vaak goed. In 1994 zaten er Russische vrouwen die zo op de zuster gesteld waren geraakt dat ze niet meer weg wilden. Ik had ze naar het klooster gebracht. De vrouwen wisten niet wat ze zagen toen ze bij aankomst een oudere vrouw fluitend een muurtje zagen metselen. ‘Is dat de non die ons op gaat vangen’? Zulke nonnen hebben we niet in Rusland’.

De zuster belde regelmatig met de Stichting tegen Vrouwenhandel. Ook met mij. Zo meldde ze zich een keer tijdelijk af, want ze moest iets voor haar orde in India doen. Ik vertelde dat ik ook wel eens naar India zou willen. ‘Had je maar non moeten worden Siets, dan kom je nog eens ergens.’

In 1992 werd het nieuwe kantoor van STV geopend. De toenmalige minister van Justitie Hirsch Ballin was de officiële gast. Zuster Mechtild was ook van de partij en stapte kordaat op de minister af. ‘Ik ben zuster Mechtild. U moet even naar me luisteren. Het moet afgelopen zijn met die vrouwenhandel’.

In 1996 ging ik bij De Rode Draad werken. Daardoor had ik weinig meer met opvang van slachtoffers te maken. Toch heb ik Zuster Mechtild nog een paar keer gezien. Op 8 december 2005 maakte ze deel uit van een kleine delegatie van de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel die het kantoor van De Rode Draad kwam bezoeken. Tot verbazing van andere deelnemers aan het ‘overleg’, werd dit een –weliswaar bescheiden- feestje. In 2006, tijdens het jubileum van de SRTV ontmoette ik haar weer. We hadden nog een onderonsje waarin ze met milde humor over haar geloof sprak. Ze hoopte dat de heiligen in het paradijs niet over haar zouden gaan roddelen. In 2013 trok Zuster Mechtild Leenaert zich terug uit het bestuur van SRTV. De zuster moet toen dik in de tachtig zijn geweest.

Ik weet dat ze door haar religie is geïnspireerd om onvoorwaardelijk voor het welzijn van de slachtoffers te kiezen, maar ik ken haar ook als een bijzonder mens – die ook in de ogen van niet-religieuzen- humor grensoverschrijdend wist in te zetten.

Sietske Altink

Met dank aan Marjan Wijers, destijds mijn collega bij STV.