Tegenwoordig is het in de mode om prostitutie criminogeen te noemen omdat het misdaad zou aantrekken en bevorderen, met name mensenhandel. Mensen die beseffen dat je sekswerk niet zomaar crimineel kunt noemen, verschuilen zich achter de term ‘criminogeen’. Maar mensenhandel is niet criminogeen, maar ronduit crimineel. Criminogeen klinkt heel eng, maar ik heb nergens een allesomvattende definitie van criminogeen gevonden. Zelfs serieuze wetenschappers als de criminoloog Cyrille Fijnaut, geven geen uitsluitsel. Hij schrijft bijvoorbeeld dat het voor een criminogene omgeving kenmerkend is dat norm overschrijdend gedrag er gebruikelijk is. Dat is mij te vaag. In dat geval is het strand de criminogene omgeving bij uitstek omdat de kleding die men er in meer of mindere mate draagt, elders niet passend is.

Tevens noemt hij de de neiging tot belastingontduiking van sommige bedrijfstakken typisch ‘criminogeen’. Een duidelijk criterium, want dan zijn koningshuizen criminogeen. Dat geldt ook voor andere kenmerken; in een criminogene omgeving zijn de werkrelaties slecht of niet transparant. Dit klopt helemaal want voor het vak van koning of koningin bestaat er bijvoorbeeld geen diploma.

Eigenlijk is alles criminogeen. Merkkleding lokt diefstal en vervalsing uit. Rashonden brengen mensen op het idee om illegaal te gaan fokken. Sport draagt het gevaar van doping in zich.

Bij mij doemt echter een voorbeeld op van een bedrijf dat al eeuwen actief is en aantoonbaar tot criminaliteit heeft geleid: de katholieke kerk. Recentelijk bleek dat er vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw in die bedrijfstak vele kinderen seksueel zijn misbruikt. Voormalig minister Deetman heeft dat voor Nederland in een rapport beschreven. In de eerste versies van het rapport gaat het vooral om mannelijke slachtoffers en daders, maar in latere versies is er ook veel aandacht voor vrouwen. Dit maakt het beeld nog onthutsender.

Veel nonnen – uitzonderingen daargelaten– hebben meisjes die aan ze waren toevertrouwd onderworpen aan fysieke en psychische mishandeling, soms in combinatie met seksueel misbruik. In één van de inmiddels bekende gevallen betastten de nonnen de genitaliën van meisjes om te kijken of ze al ‘een grote meid’ waren. Soms moesten ze voor straf hun eigen kots opeten. En het Deetman verhaal ging alleen over Nederland. Maar in andere ‘beschaafde’ landen zijn ook gruwelverhalen boven tafel gekomen.

Terecht was er ophef over de Magdalene laundries in Ierland waar prostituees en andere vrouwen die niet wilden of konden deugen in slavernij – achtige omstandigheden in wasserijen werkten. Zo moesten ze de kas van de kerk spekken en gerenommeerde hotels als het Hilton maakten daar dankbaar gebruik van. Deze hotels zouden als klant gecriminaliseerd moeten worden.

Sommige vrouwen werden hun hele leven lang in deze gestichten gevangen gehouden. Let wel, we hebben het over de twintigste eeuw. De laatste ‘wasserij’ sloot pas in 1996. In 1992 is er in Dublin nog een massagraf met 155 lijken naast zo’n wasserij ontdekt.

De wasserijen betekenden een ernstige vorm van arbeids uitbuiting, in enkele gevallen ging het om seksueel misbruik maar de hoofdactiviteit was psychische vernedering. De meisjes die dit overkwam bleven voor hun leven getekend.

Een ander verhaal speelt zich af in de Canadese provincie Quebec in de jaren veertig, vijftig.  De bestuurder van de provincie Maurice Duplessis was in de jaren 1936- 1936 in samenwerking met de RK verantwoordelijk voor weeshuizen.  In de regio werden tussen 1949- 1956 meer dan 20.00 onwettige kinderen van jonge meestal arme moeders geboren. Het gebruik van anti- conceptie was strafbaar. Er waren vele gestichten maar weinig adoptie- ouders. Ongehuwde moeders moesten vaak de schande voor de familie afwentelen door die kinderen aan de kerk af te staan en kregen ze daarna nooit meer te zien. De kinderen werden de kinderen van de zonde genoemd. Men vond het bete deze kinderen ‘werken te leren’. Voor die kinderen werd de leerplicht opgeschort. Ze mochten evenmin van hun biologische moeder erven en de jongetjes konden niet priester worden zonder een speciale dispensatie. De nonnen stopten met ze te onderwijzen.

De weeshuizen hadden weinig middelen en te weinig personeel waardoor de kinderen onvoldoende aandacht kregen. Ze werden ten onrechte als geestelijk gestoord gediagnosticeerd en naar psychiatrische inrichtingen gestuurd. Sommige weeshuizen werden zelfs tot psychiatrische inrichtingen omgedoopt.  2000-4000 kinderen zijn daar fysiek en seksueel misbruikt en uitgebuit.

Met sommigen van deze weeskinderen kwam het nooit meer goed. Ze hadden amper lezen en schrijven geleerd en waren totaal verwaarloosd.

Overigens komen er ook wel verhalen over seksueel misbruik bij andere religieuze groeperingen boven tafel, zoals recentelijk bij de Jehova’s getuigen. Misschien moet ik concluderen dat kerkgenootschappen alle kenmerken die Fijnaut noemt voor criminogeen vertonen, maar dat enkele onder hen regelrechte criminele organisaties zijn.

Sietske Altink

Bronnen

 

Erin Blakemore, How Iereland Turned Fallen Women Into Slaves.www. history com

Dominique Clement op website , www. historyofrights.ca geraadpleegd op 13-1-2020

Joanna Goodwin (2019) Het huis voor ongewenste meisjes, uitgeverij de Fontein.

Wikipedia