Illegale bedrijvigheid is een consequentie van een vergunningenstelsel. Want degenen die niet in aanmerking komen voor een vergunning, gaan toch een manier zoeken om hun bedrijf uit te oefenen. In 2006 had de gemeente Rotterdam het Verwey Jonker Instituut opdracht gegeven de omvang van de illegale prostitutie in de stad te onderzoeken. Uit dit onderzoek zou hebben gebleken dat de legale prostitutie in Rotterdam ongeveer dezelfde omvang had als de illegale. [I]Goderie en Boutelier, 2006 Een bewering die moeilijk te staven viel want de omvang van de illegale prostitutie was niet te schatten.
Een van de kenmerken is een afhankelijkheidsrelatie. Zo kreeg De Rode Draad soms meldingen dat vrouwen voor woonruimte van de exploitant afhankelijk waren. Dit speelde bij enkele Thaise salons en in een bedrijf dat inmiddels wegens mensenhandel is gesloten. In Rotterdam konden organisaties als GGD, PMW (Prostitutie en Maatschappelijk Werk) en De Rode Draad besluiten gezamenlijk misstanden bij de gemeente te rapporteren. Dit leidde nogal eens tot maatregelen tegen deze bedrijven.
De Rode Draad kreeg ook vaak tips van exploitanten over waar die illegale prostitutie zou plaatsvinden. Meestal was dat niet het geval en bleek het adres in kwestie een gewoon ‘grand café’ te zijn, waar dertigers over relatieproblemen zaten te praten. Maar soms stuitte ze wel degelijk op illegale prostitutie, bijvoorbeeld in een café op de Nieuwe Binnenweg of in bars in het Scheepvaartkwartier.
In 2011 was de bedrijvigheid in die bars echter flink teruggelopen. De politie schreef dat toe aan haar optreden, waardoor de vrouwen waarschijnlijk door bemiddelaars in privé- woningen waren geplaatst.
De Rode Draad kwam ook problemen tegen bij een Turkse disco en de ‘Bodega’. Ogenschijnlijk was deze Bodega een bruin café maar op de deur hing een briefje met de mededeling dat prostitutie niet was toegestaan. Kennelijk was dat een soort code om aan te geven dat er juist wel prostitutie plaatsvond, zoals De Rode Draad tijdens een bezoek had ondervonden. Een bijzondere service van de zaak was het faciliteren van abortus door een arts die in Turkije niet meer mocht praktiseren maar wel bereid was een zwangerschap van meer dan vijf maanden af te breken. [II]Dat vertelde hij zelf aan een medewerkster van De Rode Draad hoewel hij niet wist wat haar taak was
Kort na het bezoek van De Rode Draad was er een politie-inval. Het was inderdaad een geval van mensenhandel, zo bleek uit de media.
Sietske Altink
Noten