Hondjes die in een bepaalde stand geplaatst aangaven of een prostituee beschikbaar was of niet. Expositie Sex and the Sea, Maritiem Museum 2013.

Hondjes die in een bepaalde stand geplaatst aangaven of een prostituee beschikbaar was of niet. Expositie Sex and the Sea, Maritiem Museum 2013.

In 2014 heeft de regering – in de aanloop naar de Wet Regulering Prostitutie – via het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) onderzoeken naar de situatie in de prostitutie gelast. Dit zijn – net als in 2001 en 2006- deelonderzoeken naar de vergunde prostitutie, de illegale prostitutie en de handhaving. Dit moeten nulmetingen voorstellen. Dit roept echter nogal wat vragen op. Ten eerste: wat verstaat men onder illegale prostitutie? Ten tweede, kun je die los zien van de legale prostitutie? En tenslotte: kun je hier wel spreken van een nulmeting?

Wat is illegale prostitutie?

Een van de doelstellingen van de wetswijziging van 2000 was het tegengaan van het werken van ‘illegalen’ in de seksbedrijven. Dat schiep toen al verwarring. Velen dachten op grond van bijvoorbeeld een toeristenvisum aan het werk te kunnen. Maar legaal als bezoeker verblijven, betekent niet dat men ook een werkvergunning heeft. Bepaalde advocaten verdienden – volkomen legaal-  goed aan dit soort illegaliteit.

Hieraan is grotendeels een einde gekomen door een oorzaak van buitenaf: de Europese Unie werd steeds groter. Personen die vroeger illegaal waren, zijn nu legaal.

In het onderzoeksvoorstel van het bureau dat de illegale prostitutie gaat onderzoeken staat illegale prostitutie omschreven als ‘illegale prostitutie, onvrijwillige prostitutie en prostitutie van minderjarigen’. Minderjarigen zijn in dit geval mensen die nog geen achttien zijn. Dat illegale prostitutie gedefinieerd kan worden als illegale prostitutie lijkt me nogal wiedes.

De term ‘onvrijwillige (gedwongen) prostitutie’ is mijns inziens zeer problematisch. Het is beter om de term: ‘ enige vorm van dwang tot seks te gebruiken’. Dit laatste kan zich namelijk in verschillende vormen voordoen: als permanente verkrachting tot het niet zelf volledig kunnen bepalen hoe lang men sekswerk verricht. (Zie het bericht over de Vier Seksuele Vrijheden.)    Overigens ligt de nadruk bij ‘illegale’ prostitutie voor de onderzoekers kennelijk vooral op mensenhandel. De onderzoekers beweren dit ook in de vergunde prostitutie onder de loep te gaan nemen. Mensenhandel lijkt de enige vorm van criminaliteit te zijn die ze in de prostitutie gaan onderzoeken. Ik meen echter dat andere criminele handelingen ook onder illegaliteit vallen. Denk bijvoorbeeld  aan belastingontduiking en witwaspraktijken, eind 2013 in het nieuws gekomen door de arrestatie van Jan Bik c.s.

Zaken als leeftijddiscriminatie en seksediscriminatie komen ook voor. Tijdens het vergelijkend onderzoek  (Wagenaar en Altink, 2013) kwamen verhalen naar boven over vrouwen die op grond van hun leeftijd de deur werden gewezen en over transgenders die door exploitanten als huurders werden geweigerd. Sowieso kunnen mannelijke sekswerkers niet of moeilijk een raam huren. Daar staat tegenover dat mannelijke sekswerkers beduidend minder vaak dan vrouwelijke sekswerkers als belastingplichtige worden aangeschreven.

Het gaat ook niet alleen om strafbare feiten die in het Wetboek van Strafrecht worden genoemd. In veel vergunde bedrijven wordt tevens het arbeidsrecht geschonden. (Boonstra et al., 2006) H

et voorwaardenpakket – waarin de rechten van de sekswerkers die onder de opting -in werken zijn vastgelegd- wordt ook niet goed nageleefd. Over het mogelijk strijdig zijn met de Wet Economische Mededinging waardoor in Utrecht- met goedkeuring van de gemeente- één exploitant bijna alle werkplekken in handen had, zwijgen we maar. Kortom: ‘illegaal’ betekent niet alleen ‘mensenhandel’, maar nog veel meer.

Ten derde lijkt men illegale prostitutie gelijk te stellen aan onvergunde prostitutie. Maar in hoeverre is onvergund hetzelfde als illegaal? In sommige gemeenten kan men ook in 2019 niet een vergund prostitutiebedrijf hebben omdat er geen vergunningenstelsel is ingevoerd. Daar zijn prostitutiebedrijven toegestaan noch verboden.

Een ander probleem is dat sommige gemeenten thuisprostitutie als onvergund en dus als illegaal behandelen, terwijl andere gemeenten dit weer toestaan. Thuiswerk, zelfstandige escort en kleinschalige samenwerkingsverbanden tussen sekswerkers in zelf gehuurde kamers gaan in veel gevallen niet samen met criminaliteit en onvrijwillige prostitutie. Integendeel, vrij veel volwassen en zelfbewuste sekswerkers hebben gekozen voor deze organisatievormen. En dat heeft alles te maken met de voor hen vaak ongunstige situatie in de vergunde prostitutie. (Zie de berichten over internetprostitutie)

Gescheiden deelonderzoeken?

De groei van bepaalde vormen van de illegale prostitutie heeft deels te maken met de onvrede van sekswerkers over de gang van zaken op de werkvloer van legale prostitutiebedrijven. Dit was ook een van de conclusies van het onderzoek uit 2013  (Wagenaar en Altink). Een andere conclusie is dat vergunde en onvergunde prostitutie door elkaar heen lopen. Het kwam nogal eens voor dat één sekswerker zowel in vergunde clubs/ salons en privéhuizen als in de onvergunde thuissector, de zelfstandige escort of in de privé- ontvangst werkte. Dit werd mede veroorzaakt door de teruglopende klandizie in de vergunde bedrijven die ook nog eens in aantal afnam.

Nulmeting

Welke vorm van illegaliteit wordt de ‘nul’ in de nulmeting?‘ Nulmeting‘ is overigens een begrip dat vooral op exacte wetenschappen van toepassing is. Maar hoe denkt men in het prostitutieveld dat wordt gekenmerkt door grote mobiliteit, waar de zaken voortdurend veranderen, waar lokale factoren een grote rol spelen een statische uitgangssituatie te kunnen beschrijven?

Er valt wel een ‘nul’ te ontdekken die uitgangspunt zou kunnen zijn voor een onderzoek naar positieverbetering op de werkvloer. Deze ‘nul’ is de volgende: verreweg de meeste gemeenten hebben in de tijd van de legalisering van de seksbedrijven het aantal toegestane bedrijven binnen de gemeentegrenzen bevroren of beperkt. Daarnaast hebben ze vooral de bedrijven die al vóór 2000 bestonden voorrang gegeven in de vergunningverlening. En dat waren vooral de bedrijven waar de bedrijfsvoering niet bepaald in het voordeel van de sekswerkers werkte. Dus zijn er tot op heden toe nul innovatieve bedrijven die bijvoorbeeld door sekswerkers zelf worden gedreven. Dit zou een nulmeting kunnen zijn voor een beleid waarin dit wel wordt gestimuleerd.

© Sietske Altink

 

 

Inhoud Artikel