“Mijn droom is om in de Tweede Kamer op te komen voor de belangen van prostituees” aldus een exploitant van een groot escortbureau die in 1994 een keurmerk voor seksbedrijven wilde oprichten.  [i] Van hem is niets meer vernomen, maar zijn plan om als exploitant de belangen van sekswerkers door middel van een keurmerk te gaan behartigen heeft navolging gevonden.

Het lijkt voor de hand liggend om door middel van een keurmerk de ‘goede’ van de ‘slechte’ seksbedrijven te onderscheiden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat eens in de paar jaar de roep om zo’n keurmerk weerklinkt. Hoe is het met die initiatieven gegaan?

Veilige Relaxhuizen

Visitekaartje VVR

Visitekaartje VVR

De eerste poging om tot een soort kwaliteitslabel te komen stamt uit 1987, het jaar waarin er grote paniek ontstond over een nieuwe ziekte: aids. Een ondernemer van een relaxhuis in Den Haag bracht toen enkele collega’s in de regio samen in de Vereniging Veilige Relaxhuizen. (VVR) Het was de bedoeling klanten erop te wijzen dat er in al deze bedrijven safe seks werd bedreven, hoewel er in de praktijk nogal eens de hand mee werd gelicht. De vrouwen uit deze huizen werden gedwongen een aidstest te ondergaan. Een arts die in al deze clubs de vrouwen controleerde en ook de aidstesten uitvoerde, zat tevens in het bestuur van deze vereniging. Stel dat hij een geval van aids had ontdekt in een van de huizen van de vereniging waarvan hij deel van het bestuur uitmaakte…

Hoewel deze Vereniging Veilige Relaxhuizen zeker tot 1994 is blijven bestaan, zijn veel van de bedrijven van deze club, inclusief die van de oprichter opgegaan in de landelijke organisatie Vereniging Exploitanten Relaxhuizen. (VER) Deze organisatie is betrokken bij een ander belangrijk initiatief:

Erotikeur

In 2007 gingen de zuiderburen aan de slag met een keurmerk. In opdracht van de Koning Boudewijnstichting moest de universiteit van Gent de wenselijkheid van een Keurmerk voor seksbedrijven onderzoeken. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat een keurmerk een geschikt instrument kon zijn om tot een scheiding van een bonafide en een malafide markt voor seks te komen. Zo’n keurmerk moest ook een verbod op abnormaal profijt trekken van kamerverhuur omvatten en het afsluiten van arbeidscontracten verplicht stellen. Tevens maakten  eisen aan de hygiëne en de veiligheid deel uit van het keurmerk. Pikant was de stelling dat een keurmerk impliceerde dat de overheid de bonafide sector niet meer moest  controleren. De autoriteiten mochten alleen optreden tegen overlast. (Vermeulen, 2007)

Fair Fuck

In 2009 plakte Lodewijk Asscher – toen nog wethouder in Amsterdam- een sticker op de ramen van sekswerkers die vrijwillig werkten.[ii] In 2011 kwam het PvdA Tweede Kamerlid  Sloera Dikkers met een plan om vrijwillige sekswerkers een keurmerk te geven. Dit ging al snel het fairfucklogo heten. [iii]Dit komt in feite neer op zelfcertificatie. Want wie gaat objectief bepalen wie vrijwillig werkt? Wat is vrijwillig werken? En hoe wordt bepaald of de sekswerker die het keurmerk draagt degene is die hij/zij zegt te zijn? Door een registratiesysteem?

Bekijk de video die Eveline van Dijck maakte de ervaringen van de VER met Erotikeur

[i] Volgens mijn aantekeningen van dit gesprek.

[ii] Zie bijvoorbeeld De Speld  28-12-2009

[iii] AD 18-10-2011.

Inhoud Artikel