Sommige publieke vrouwen verkleedden zich twee eeuwen geleden al als man. Meestal deden ze dat omdat ze ‘als man’ meer bewegingsvrijheid hadden. Vrouwen die alleen op straat liepen, werden er immers al snel van verdacht slecht te zijn. Mannen die daarentegen alleen op straat liepen, waren ‘normaal’. Maar ze trokken ook om andere redenen mannenkleren aan. Uit het Amsterdam van de zeventiende eeuw komt bijvoorbeeld het verhaal van een sekswerker die zich omwille van de erotische prikkeling had uitgedost als ‘Persiaan’, dat wil zeggen als lid van een Armeense christelijke groep met een eigen stijl van kleden.

Felicien Rops, een lesbische prostituee.

Felicien Rops, een lesbische prostituee.

Tegenwoordig denken we bij travestie vooral aan mannen die zich als vrouw kleden.  Een vrouw in een lange broek noemen we geen travestiet. Travestie is sinds de negentiende eeuw onderdeel van de homocultuur.
De term travestie werd voor het eerst gebruikt door de seksuoloog Magnus Hirschfeld in Die Transvestition, Eine Untersuchung ueber den erotischen Verkleidungstrieb. (1911)

In de prostitutie onderscheiden we trava’s en travo’s. De laatsten dragen altijd, ook na het werk vrouwenkleren; de eersten kleden zich in het dagelijks leven als man. Overigens zijn niet alle travestieten homoseksueel.

De trava’s speelden (spelen) een rol in de showbusiness. In de jaren vijftig traden de Freules van Pothoven tot Ruigenbroek op. (Wikipedia). Behalve van het revue- achtige optreden van oudere mannen die zich als (onaantrekkelijke) vrouw verkleedden (Snip en Snap) viel er van professionele optredens te genieten in nachtclubs als Madame Arthur in Amsterdam. Een van de eerste show travestieten die zelf zong was de Amerikaan Craig Russell. (1948-1990). Dit heeft in Nederland navolging gevonden in de personages van Dolly Bellefleur en Mr. Misty. Zij maakten van travestie een kunstvorm. Begin jaren negentig gebruikte een groepje ‘showtravestieten’ in Amsterdam het als vehikel om op een speelse manier aidsvoorlichting te geven. In dit groepje rond Hellen Zelluf zaten Tilly Trekhaak, Jet Lag en Coby Genezijde.

Intussen was het straatbeeld veranderd. Zowel mannen als vrouwen konden sieraden dragen en make-up gebruiken zonder dat ze onmiddellijk als  hoeren of homo’s werden bestempeld. Androgynie (ambivalent ten aanzien van het geslacht vaak uitgedrukt door popmusici) en unisex (uiterlijke gelijkschakeling van de geslachten door middel van kleding) deden hun intrede.

In de jaren zeventig waren travestieten en transseksuelen moeiteloos geïntegreerd in de vrouwenprostitutie. Aangezien klanten in dit tijdsgewricht  zelden‘naakt’ eisten en volgens de verhalen sneller tevreden waren dan in de 21ste eeuw, kenden prostituees, en ook de travestieten onder hen foefjes om de man te laten geloven dat hij vaginaal contact had gehad.

In 1983 werden alle alle Algemene Politie Verordeningen (APV’ s, gemeentelijke wetgeving) zodanig gewijzigd dat travestie geen (verboden) vorm van verkleding meer was. Mogelijk nam onder andere hierdoor halverwege de jaren tachtig het aantal travestieten in de prostitutie toe.

Sommige mannen werkten eerst als mannelijke sekswerker maar switchten naar travestie. Een van hen vertelde in 1990 aan mij:

 Als je als travestiet gaat werken weten de klanten dat je een man bent. Maar ze moeten achteraf kunnen zeggen: ‘Ik had een vrouw gewild, maar ja, het was nog een man, ik ben toch maar gebleven. Die mannen durven niet rechtstreeks naar jongetjes. Veel van deze klanten zijn getrouwd.

Ook in de literatuur komen we tegen dat travestieten vaak heteroseksuele klanten hadden, die aan het experimenteren waren. (Van Mens et al, 1999 en Janssen, 1997)

Tot het  begin van de jaren negentig werkten er slechts enkele travestieten op de tippelzones in de grote steden. Dit veranderde door de komst van migranten uit Oost- Europa begin jaren negentig. (Hofman, 2012) Toen de eerste transseksuelen en travestieten van buiten de Europese Unie op de tippelzones verschenen (1992 -1993), gingen zij de aandacht trekken. Op ‘piekuren’ waren zij zelfs in de meerderheid. Hun aanwezigheid paste echter niet in de doelstelling van tippelzones: hulpverlening aan verslaafden. De druggebruikende vrouwen voelden zich door hen overheerst en waren bang het onderspit te delven in de concurrentiestrijd met deze niet-verslaafde vrouwen in glamour uitmonstering.

Zij kleedden zich opzichtiger dan die van vrouwelijke sekswerkers. Een hulpverleenster van de huiskamer waar straatprostituees even kwamen uitblazen, vertelde dat die voorziening speciaal voor hen moest worden verbouwd. De travestieten (in 1993: 36, tegen 150 vrouwelijke straatprostituees, vroeger waren het er zeven), mochten bijvoorbeeld in Rotterdam niet meer de huiskamer binnen omdat ze te dominant aanwezig waren. ‘Hun aantal is verveelvoudigd’, aldus een hulpverleenster. Ze kregen sindsdien soep en koffie door een luikje. Later kregen ze een eigen afdeling in de ‘huiskamer’.

Aankondiging conferentie transgender sekswerkers

Aankondiging conferentie

Op 30 juni 1998 was ik op uitnodiging van de transgenders naar de tippelzone in Rotterdam gegaan. Zij beklaagden zich er bijvoorbeeld over dat de lokale televisie niet van plan was een promotiefilmpje over hen uit te zenden. Ook hadden zij een poging ondernomen een actie te organiseren om de tippelzone uiterlijk wat aantrekkelijker te maken, een mang’a, zoals een gezamenlijke opknapbeurt wordt genoemd.

Maar het was er niet altijd rozengeur en maneschijn. Zij maakten betrekkelijk vaak gewag van geweld door klanten. (Janssen, 1997). Het valt moeilijk te achterhalen waarom dat was: mogelijk hadden klanten – die over het algemeen in het dagelijks leven hetero waren- na de daad spijt van hun grensoverschrijdend seksueel gedrag.

Volgens een van de Nederlandse collega-travestieten dachten Oost Europese mannen dat ze niet als man mochten werken, en derhalve voor het –inmiddels in Nederland- legale sekswerk als travestiet kozen. Één van hen, interviewde ik in 1993:

In Roemenië kom je in de gevangenis als je je als vrouw verkleedt. Ik deed het thuis, soms nam ik het risico en ging toch de straat op, in de hoop dat niemand me als man herkende. Ik kleedde me dan niet al te opvallend. Ik had daar geen contact met andere travestieten. Niemand durfde daar erover te praten, uit angst te worden verraden. Ik ben zelf homoseksueel. Dat was ook moeilijk. Travestieten kunnen tot vijf jaar gevangenis krijgen. Ik heb zelf ook een paar dagen in de gevangenis gezeten, maar ben na een paar dagen vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.

Anno 2014 werkt een minderheid van hen in der raamprostitutie, vooral in Amsterdam. [i]

Transseksuelen, transgenders en travestieten

transgender_logoDe transgenderisten zijn als man geboren maar hebben (een gedeeltelijke) geslachtsverandering ondergaan. In de prostitutiepraktijk gaat dit om ‘shemales’: mannen met borsten. De transseksuelen zijn mensen die als man geboren zijn maar door een operatieve ingreep vrouw zijn geworden of aan het worden zijn. Zij voelen zich vrouw en worden door sommige auteurs tot de vrouwelijke sekswerkers gerekend. (Vanwesenbeeck, Groen en Altink, 1989) In de regel gaat dit om mannen die vrouw zijn geworden. In een groepje transgenders van 59  die Van Gelder in 2008 in Den Haag bevroeg, bevond zich slechts één vrouw die man was geworden.

De groep transgenders, shemales en transseksuelen bestaat uit zowel migranten als Nederlanders. Van Gelder schreef in 2008 over 59 transgenders in Den Haag dat meer dan de helft Zuid-Amerikaans (57%) en 22% West-Europees en de rest (21%) Aziatisch was. [ii] De leeftijden van de transgenders, shemales en travestieten blijven vaak buiten beschouwing. Degenen die zich uitdrukkelijk op internet melden zijn echter zelden heel jong.

Sommige transgenders zijn als travestiet in de prostitutie begonnen. Een enkele keer werd het aantal transseksuelen in de documentatie per stad vermeld.In Den Haag zouden er volgens de Kadernota (2009) 28 werken. In 2008 telde Van Gelder in Den Haag 42 transgenders/ transseksuelen en 17 travestieten.

In Den Haag werkte bijna de helft van de in 2008 getelde transseksuelen/transgenderisten (45%) achter het raam. (Van Gelder, 2008). Een enkele transgender wierf klanten in een club of een privéhuis. Een enkel bedrijf waar vooral heteromannen komen, geeft op de bedrijfssite aan dat er shemales of transgenders werken, aangezien zij ook incidenteel deze mannen bedienen.[2] Dit is een uitzondering, want over het algemeen zijn zij niet welkom in clubs en privéhuizen.

In 2012 sprak ik een transseksuele sekswerker die wel af en toe met klanten in een privéhuis afsprak:

Je gaat het pas doen als er echt geen ander werk is. Ik werkte ook nog in een garagebedrijf, maar dat valt niet te combineren met dit werk. Voordat je sekswerk gaat doen, moet je je helemaal opmaken, en dat kon niet in dat bedrijf. Je moest daar vast zitten. Zo werd mijn balans tussen privé-leven en werk verstoord. Ik kon niet meer uit. Ik zat maar thuis met mijn twee poezen. Dat gaan de collega’s aan je merken.

In het onderzoek van Wagenaar en Altink (2013) vertelden een paar mannelijke (migranten) sekswerkers over hun klanten. Geweld speelde soms een rol. Een van de mannelijke respondenten was bijvoorbeeld  door een klacht verkracht en bestolen. Aan de andere kant beroofden enkele mannelijke collega’s  soms hun eigen klanten. Maar over het algemeen krijgt men het beeld dat mannelijke klanten van mannelijke sekswerkers zich rustig houden uit angst voor chantage. Een enkeling geeft aan vriendschappelijk om te gaan met vaste klanten.

 

Sietske Altink

Bronnen

 

[i] Deze indeling wordt aangehaald in Van Gelder, Van Lier, 2010, Boys Offline, Boys Online en komt ook voor in Van Gelder (1998) Bisnisjongens.

[ii] Zie Van Gelder, 2008, Een Haagse Nachttocht. Bij de site Girls4u.nl stonden op 17 augustus 2010 op het eerste gezicht 42 shemales op de site, waarvan er 8 in het buitenland (België en de VS) bleken te wonen.