De laatste tijd is er veel discussie over studenten die hun studie deels door middel van sekswerk financieren. Een studente bedrijfskunde ging nog verder; ze trachtte in haar studietijd een ‘high class’ escortbureau te starten. Tevens begon ze in 2007 de zogeheten ‘ontknaapservice’ voor mannen die ‘het’ nog nooit met een vrouw hadden gedaan. Haar wederwaardigheden legde ze neer in een boekwerk met de pretentieuze titel Escortbijbel, waarschijnlijk een knipoog naar de Bijbels die in veel hotelkamers voor de gasten beschikbaar zijn.

Love and hope. Opschrift op de kousen van een Duitse collega van de auteur.

Het meest interessante deel van het boek beschrijft de moeilijkheden die zij ondervond bij het opzetten van een volkomen legaal, gegarandeerd niet- crimineel escortbureau. Om te beginnen moest ze de wet Bibob (Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur) ondergaan. Dit betekende dat ze moest aantonen dat de financiering van haar bureau transparant was. Ook als de uitkomst positief is, is dit al een flinke kostenpost. Het lukte haar, maar medewerking van banken en de diensten van een goede accountant kon ze wel vergeten. Creditcardmaatschappijen discrimineerden haar. Het viel tevens niet mee een bedrijfsruimte te huren. Ook de Kamer van Koophandel accepteerde haar niet vanzelfsprekend als ondernemer. Er was bovendien geen betrouwbare informatie te vinden over het maken van een bedrijfsplan. Er bestond niet eens een categorie voor haar soort bedrijf. Het CBS kon op dat gebied evenmin bruikbare gegevens overleggen.

Nadat ze al deze hindernissen had genomen, kreeg ze met vergunningseisen van bepaalde steden te maken. Amsterdam viel voor haar af, omdat de eisen aan de exploitant voor haar (en niet alleen voor haar) te vergaand waren. In een andere grote stad lukte het haar wel.Zij is overigens de enige niet; alle ondernemers in de relaxbranche moeten vergelijkbare hobbels nemen.

Met haar bedrijf kon ze een leuke boterham verdienen, maar een echte vetpot was  het ook weer niet. Bovendien is het hard werken. ‘De sollicitaties bijvoorbeeld kosten veel tijd. Niet iedere kandidaat is immers geschikt. Ze heeft bij voorkeur medewerkers die er iets anders ernaast doen, dus die voor hun inkomen en ambities niet geheel van haar bureauafhankelijk zijn. Zij is overigens de enige niet, alle ondernemers in de relaxbranche moeten vergelijkbare hobbels nemen. De selectieprocedure is streng; de kans dat er vrouwen – die ze steeds heel irritant ‘dames’ noemt – komen te werken die door anderen worden gedwongen, is heel klein of bijna uitgesloten. Zij zoekt ‘dames’ met plezier in het werk en een zakelijke instelling. De vrouwen – er werken geen heren-  moeten niet alleen seks bieden maar ook prettig gezelschap zijn.

In het boek komen ook een paar ‘dames’ aan het woord die positief zijn over het werk, maar er komen ook wat negatieve ervaringen aan bod, bijvoorbeeld op pijnlijke schoenen met hoge hakken vertraagde vliegtuigen moeten afwachten. Ook uit  andere bronnen weten we dat als escort met je klant naar het buitenland gaan, niet altijd een feest is.

Uit een interview van een zelfstandige escort uit 2010 (met mij): ‘Die bisnistrips zijn zwaar. Maar ik zorg dat ik het alleen doe als ik overdag vrije tijd heb, als hij naar een afspraak of een congres moet.’ Anderen verhalen van verveling; ze kunnen hun kamer niet af want hun klant kan ieder moment naar het hotel terugkeren en dan moeten ze er voor hem zijn. Een vrouw voelde zich verplicht elders in het hotel te poepen, opdat de klant niet geconfronteerd zou worden met bepaalde geluiden en geurtjes. [I]Bron: eigen interviews, S.A.

De auteur van de Escortbijbel vindt dat de ‘dames’ bereid moeten zijn tot een ‘girl friend experience’, dus zich als de ‘geïdealiseerde’ vriendin moeten gedragen die steeds in leuke lingeriesetjes klaar zit en altijd zin heeft. De klant verwacht van haar dat ze ook zoent. Ze kunnen deze ‘standaard’’ handelingen niet weigeren. Wel kunnen ze van tevoren aangeven wat ze absoluut niet doen.

Alle ‘dames’ in haar bedrijf zijn echter zelfstandigen zonder personeel (zzp) die per definitie niet in welke gezagsverhouding dan ook kunnen werken. De auteur wijst echter dienstverbanden categorisch af. Werken voor meerdere escortbureaus, ook onderdeel van het verplichte zzp- pakket, is bij haar ook niet mogelijk. Buiten het bureau om met klanten afspreken is eveneens uit den boze, dat heet zelfs in het jargon van de auteur, ‘klanten jatten’. Haar opvattingen over vrije kledingkeuze zijn nogal discutabel: verplicht hoge hakken dragen en nog ernstiger- het verbod op het dragen van een bril. Dat kwam vaker voor; ik heb weleens gehoord dat een ander ‘high class’ escort bureau voorschreef hoe breed de bandjes van de bh moesten zijn. Al deze eisen zijn niet compatibel met een model waarin de ‘dames’ zuiver zelfstandig ondernemers zijn. [II]En ook niet met het voorwaardenpakket voor de ‘opting-in’ Sowieso is het fenomeen ‘sollicitatie’ iets wat typisch bij loondienst en niet bij zelfstandig ondernemerschap past.

De auteur beargumenteert weliswaar haar keuze voor deze bedrijfsvoering, maar toch… Bij escort bureaus is het heel moeilijk loondienst te vermijden. Het weigeren van klanten is bijvoorbeeld al een probleem. Bij haar mag dat alleen in duidelijk omschreven gevallen, maar een sekswerker heeft sowieso altijd het recht een klant zonder opgaaf van redenen te weigeren. Escorts zullen echter na een lange reis niet snel van het contact met een klant afzien. Bovendien zijn de bureaus financieel afhankelijk van het werk van de escorts. Een oude discussie…

Er zijn eerder  handleidingen voor ‘escorts’ geschreven. Dit boek is wat openhartiger en minder clichématig dan andere boeken over escort. Maar er staan nog gemeenplaatsen in zoals ‘bijna iedere man gaat vreemd’. Dit boek bevat ook wat gebabbel, zoals tips voor klanten. (‘Zorg dat de afwas gedaan is’).

Velden, Marike, Spierdijk, Romke, (2014) Escortbijbel, uitgeverij Komma, Den Haag.

 Sietske Altink

 

Noten

Noten
I Bron: eigen interviews, S.A.
II En ook niet met het voorwaardenpakket voor de ‘opting-in’