Tekening P. Urban. Onderschrift: Al mijn meisjes zijn zelfstandig ondernemer.

Tekening P. Urban. Onderschrift: Al mijn meisjes zijn zelfstandig ondernemer.

De arts Groothuyse beschreef in 1970 prostitutie als arbeid. Hij stelde zich echter wel de vraag hoe dit arbeidsrechtelijk moest worden ingekleed. Kon er met arbeidscontracten en loondienst worden gewerkt? Of waren sekswerkers per definitie zelfstandig ondernemers? Die vraag zou de gemoederen nog lang bezighouden. Eind jaren tachtig komt het aan de orde bij de juridische werkgroep die toen door de Mr. A. de Graafstichting werd georganiseerd.

Rond 1990 speelt deze discussie ook bij De Rode Draad. Tijdens een bijeenkomst over het schrappen van het bordeelverbod, waarvan men toen dacht dat dit aanstaande was, spraken de vrouwen zich uit tegen arbeidscontracten. Die zouden immers ten koste gaan van de door hen zo gewenste anonimiteit. Bovendien had men slechte ervaringen met exploitanten die gezag uitoefenden.

Heel lang vond De Rode Draad het zelfstandig ondernemerschap van sekswerkers de enige optie. Maar dan moesten ze ook werkelijk als zelfstandig ondernemers worden behandeld. Dat betekende dat ze hun eigen werktijden moesten kunnen bepalen, in meerdere bedrijven konden werken en niet verplicht moesten worden tot het nuttigen van alcohol en het dragen van bepaalde kleding. De rol van de exploitanten van privéhuizen en clubs zou moeten worden teruggebracht tot louter verhuurders van faciliteiten zoals het gebruik van de ruimte.

Er is veel tijd besteed aan het maken van voorstellen voor facilitaire bedrijven. Maar hoe kwamen die er in de praktijk uit te zien? Waren de sekswerkers daar echt zelfstandig ondernemer? De Belastingdienst keek naar de feiten en omstandigheden waaronder werd gewerkt en dacht er anders over. Ook De Rode Draad zag tijdens bedrijvenbezoek dat de vrouwen veelal alleen op papier zelfstandig ondernemer waren.

Vanaf 1993 heeft De Rode Draad contacten met de FNV. Het probleem met de FNV was dat die tot eind jaren negentig alleen op loondienst was gericht. Maar toen de FNV in 1997 een bond voor Zelfstandigen Zonder Personeel oprichtte kwam daar verandering in,  In diezelfde periode begon De Rode Draad loondienst  bespreekbaar te vinden. Organisaties van exploitanten bleven echter volhouden dat zelfstandig ondernemerschap de enige optie was.

De hele kwestie  bereikte een hoogtepunt in 2003, toen er naar aanleiding van de motie De Pater/ Griffith duidelijkheid moest komen over arbeidsrelaties. Het ministerie van SoZaWe werd actief en organiseerde werkgroepen. Ter voorbereiding namen De Rode Draad en de Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven het voortouw en begonnen alvast met onderhandelen.

In deze periode was de Vakbond Vakwerk nog een project van De Rode Draad.  Ook de FNV was hierbij betrokken. De Rode Draad werd actief ondersteund door Dick Hamaker en later door Dick Ketting van de FNV. Het Ministerie van Sociale Zaken organiseerde een werkgroep arbeidsverhoudingen waar de resultaten van de onderhandelingen met de Belastingdienst en het UWV werden besproken. Niet één versie van het facilitaire model bleek vlekkeloos. En loondienst? De Rode Draad had een oplossing gevonden voor de kwestie dat het tegen de grondwet zou zijn om aanwijzingen voor seksuele dienstverlening te geven. Zodra er seksuele handelingen met een klant werden verricht, zou de sekswerker dat als zelfstandige ondernemer doen. De Belastingdienst vond dat bespreekbaar. Maar toen was het de vraag, ‘wanneer begint de seks?’ De exploitanten beweerden dat die al begon als de klant voor de deur stond. De Rode Draad en Vakwerk accepteerden dit niet. Daarna is er nooit meer onderhandeld. De Belastingdienst voerde nog vele rechtszaken en besloot uiteindelijk de opting- in in te stellen.

Intussen had De Rode Draad subsidie gekregen om voorlichting te geven over arbeidsrelaties in de bedrijven. Deze informatie was niet altijd welkom. (Lees hiervoor het uitgebreide rapport Rechten van prostituees). Steeds kreeg De Rode Draad van exploitanten te horen dat de vrouwen niet in loondienst wilden. Dit werd ook herhaald in de evaluaties van de overheid. Maar was dat zo?

Hendrik Wagenaar over arbeidsrelaties in de prostitutie.

 

Eind 2004  bepaalde de rechter dat loondienst in de prostitutie mogelijk was. Klik hier.

Lees meer:

De praktijk in prostitutiebedrijven

De onderhandelingen: sekswerkers en exploitanten

Knelpunten loondienst in de prostitutiebranche

Loondienst in de praktijk in de prostitutiebedrijven

Overige inkomsten uit sekswerk, een derde weg?

Schijnconstructies in de prostitutiebranche

Uitzendbureaus voor sekswerkers?