De kwestie of loondienst in seksbedrijven mogelijk was, heeft de gemoederen lang bezig gehouden.
Voortdurend speelde de vraag, met name van de kant van exploitanten of loondienst niet strijdig met de grondwet was. Dit werd overigens niet gestaafd door enige jurisprudentie. Integendeel, de weinige jurisprudentie die er dienaangaande is, wijst op het tegendeel. Een arbeidsovereenkomst is alleen nietig als die niet vrijwillig is afgesloten, wanneer het in tegenspraak is met art. 4 van de ILO, (convenant van de International Labour Organization) is of met conventie 29. Een overeenkomst is slechts vernietigbaar wanneer die onder omstandigheden van misbruik tot stand is gekomen.
Al voor de legalisering in 2000 speelde een zaak over loondienst in een prostitutie bedrijf. Het Haagse gerechtshof in 1996 (rolnummer: 96/0667) ‘Het Hof vond dat ondanks het prostitutieverbod in het Wetboek van Strafrecht met prostituees, gegeven de maatschappelijke ontwikkelingen wel een arbeidsovereenkomst kan worden gesloten.’ Voor de rechter speelde de volgende overwegingen om uiteindelijk tot een vermoeden van een dienstverband te komen: de regelmatige aanwezigheid van een eigenaar, de dames kenden elkaar en moesten vaak aanwezig zijn. (geciteerd in de Staatscourant)
In 1996 kwam van het Ministerie van Justitie de onderstaande notitie:
Rechtsverhouding tussen exploitant en prostituee
Legalisering van de exploitatie van prostitutie heeft tot gevolg dat deze exploitatie in juridisch opzicht een normale bedrijfstak wordt. Door de opheffing van het algemeen bordeelverbod zullen de regels van het privaatrecht, waaronder het arbeidsrecht, van toepassing zijn op de relatie tussen exploitant en prostituee.Maar het beroep van prostituee is en blijft bijzonder, omdat seksuele dienstverlening rechtstreeks de met seksualiteit verband houdende lichamelijke en geestelijke integriteit raakt. Seksuele dienstverlening heeft daarom een zeer persoonlijk karakter. Dit bijzondere karakter maakt de uitbating van prostitutie tevens tot een bijzondere bedrijfstak. Prostitutie en de exploitatie daarvan zijn buitengewoon, omdat het recht op lichamelijke en geestelijke integriteit van de prostituee verzekerd dient te zijn. Het zelfbepalingsrecht en daarmee de vrijwilligheid van de dienstverlening dienen steeds centraal te staan. Beslissend is of de prostituee zelf kan bepalen of zij daadwerkelijk haar seksuele diensten aanbiedt en op welke wijze, en ook zelf kan beslissen om haar beroep te beëindigen.
Het zeer persoonlijke karakter van de seksuele dienstverlening heeft zowel betrekking op de relatie exploitant en prostituee als op de relatie tussen prostituant en prostituee. De omstandigheid dat de uitoefening van het grondrecht op lichamelijke en geestelijke integriteit verzekerd dient te zijn kan de rechtsverhouding tussen exploitant en prostituee en die tussen prostituee en prostituant beïnvloeden. Deze omstandigheid heeft als juridische consequentie dat de prostituee kan besluiten om haar werkzaamheden eerder te beëindigen dan aanvankelijk was afgesproken. De aard van het werk brengt met zich mee dat exploitant noch klant nakoming van een seksuele dienst kan eisen. Het is verstandig dat exploitant en prostituee hierover van te voren goede afspraken maken. De uiteindelijke waardering en beoordeling van de rechtsgeldigheid van wat partijen hebben afgesproken en welke de verplichtingen over en weer zijn, zijn opgedragen aan de civiele rechter.
Wat de rechtsverhouding is tussen exploitant en prostituee is allereerst een zaak van hen als private partijen. Van de aard van de rechtsverhouding, van hetgeen partijen met elkaar afspreken en van de feitelijke omstandigheden hangt af hoe deze rechtsverhouding moet worden gekwalificeerd voor de toepassing van het privaatrecht. Deze kwalificatie is ook van belang voor andere gebieden, zoals het belastingrecht en het sociale verzekeringsrecht.
Het kan zijn dat de rechtsverhouding tussen exploitant en prostituee kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Daarop zijn de regels van het arbeidsrecht van toepassing. Het kan ook zijn dat de afspraken tussen exploitant en prostituee een overeenkomst van opdracht is, waarbij partijen zich buiten dienstbetrekking verbinden werkzaamheden te verrichten.
Uit de rechtsverhouding tussen partijen vloeit voort welke privaatrechtelijke regels van toepassing zijn. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als er tussen partijen op een of ander manier een gezagsrelatie bestaat. Een dergelijke overeenkomst tussen een bordeelhouder en een prostituee is «in beginsel» een gewone arbeidsovereenkomst «met specifieke elementen» is. Hierop zijn alle regels van het arbeidsovereenkomstenrecht van toepassing zijn, ook de regels inzake opzegtermijnen en opzegverboden. Met de woorden «in beginsel» en «met specifieke elementen» heb ik willen aangeven dat het in de grondwet verankerde recht op lichamelijke en geestelijke integriteit onder omstandigheden een andere invulling kan geven aan de aan de arbeidsovereenkomst verbonden rechten en verplichtingen dan in andere sectoren.Het bijzondere karakter van deze bedrijfstak zal een specifieke en eigen invulling van het goed werkgeverschap en goed werknemerschap, zoals dit is neergelegd in artikel 611 van Boek 7 BW, met zich meebrengen. Dit geldt bij voorbeeld voor de verplichting voor de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten.
Uit: Juridische basis arbeidsovereenkomst, no 33.
Een voorzichtige conclusie: Loondienst in de prostitutie is werkbaar mits de lichamelijke en psychische integriteit kan worden gewaarborgd. Met andere woorden: een prostituee moet worden gevrijwaard van seksuele intimidatie op de werkvloer. Dit betekent dat een exploitant wel gezag over haar kan uitoefenen maar dat haar seksuele dienstverlening geheel vrijwillig plaats moet vinden. Een exploitant kan dus eisen stellen aan aanwezigheid, presentatie en de wijze van bejegening van de klanten (buiten het bereik van de seksuele dienstverlening).
De Rode Draad vond het ook van belang om de wettige basis van de percentageregelingen die in veel bedrijven van kracht zijn ter discussie te stellen. Op grond van die regelingen heeft een exploitant direct financieel belang bij de hoeveelheid en de aard van de seksuele handelingen van een vrouw. In 2000 is vanuit het LPO (Landelijk Prostitutie Overleg) een voorzichtige stap gezet om loondienst in de prostitutie bespreekbaar te maken. Daar kwam onder meer het volgende uit:
Alle partijen zagen in dat loondienst alleen mogelijk is als er een basissalaris met een bonus voor dienstverlening aan individuele klanten werd georganiseerd. Over de hoogte van een basissalaris werd men het niet eens. Er werd voorgesteld een soort menukaart te maken waarop iedere aanstaande medewerker aankruist welke handelingen hij/zij per se niet wil verrichten. Het probleem lag echter bij de handelingen die een sekswerker in principe wel wil doen. Het kan echter zijn dat zij soms bij bepaalde klanten niet doet wat zij in andere situaties wel toestaat.
Exploitanten waren bang dat een sekswerker slechts aan de bar zou gaan zitten om alleen zijn/haar basissalaris te incasseren. Van de kant van de sekswerkers werd er echter op gewezen dat sekswerkers geld willen verdienen en zelden of nooit bereid zijn om voor een basisloon stigmatisering te riskeren. Ook werd gewezen op de proeftijd: als een vrouw na een bepaalde periode (nog af te spreken) niet bereid is tot seksuele dienstverlening, kan zij zonder meer worden ontslagen. Het grootste knelpunt was echter het vormgeven van de gezagsverhouding op een manier die de lichamelijke integriteit van de sekswerker niet schond.
Uit deze overleggen kwam een model arbeidscontract dat aan de FNV is voorgelegd. Die vondt het een probleem dat sekswerkers:zonder meer naar filialen en op escort door het hele land kon worden gestuurd. Ook de rol van het Landelijk Prostitutie Overleg in oplossing van geschillen werd vreemd gevonden. Het FNV vond dat de klant te veel centraal stond. Er stond in dat een sekswerker een vastgestelde tijd met een klant moest doorbrengen wat een bron van moeilijkheden zou worden. Het standaardcontract van het LPO bevatte nog meer problemen: een concurrentiebeding zonder wettige basis, rare verplichtingen als een cursus volgen bij De Rode Draad, het afzien van pensioenrechten en de eis de medische onderzoeken volgens de richtlijnen van de Stichting Soa bestrijding te laten verrichten. Daarop reageerde het FNV met een model arbeidscontract
Wanneer iemand in dienst treedt wordt er bijna altijd een proefperiode afgesproken. Dat geldt ook voor de prostitutie. In de afgesproken tijd kan iemand zonder consequenties worden ontslagen. In de praktijk betekent dat als een sekswerker niet voldoet, ze ook in de proefperiode ontslagen kan worden. Na die periode geldt hetzelfde ontslagrecht als bij ander werk.
De opzegtermijn van een maand bleek echter moeilijkheden op te leveren. Moet een sekswerker tegen zijn/haar zin een maand opzegtermijn uitdienen? Het is immers een eis dat op grond van lichamelijke en psychische integriteit een sekswerker op ieder moment moet kunnen stoppen. Wanneer een sekswerkers opzegt, kan ze niet meer gedwongen worden haar opzegtermijn, meestal een maand, uit te zitten. Overigens hebben werkgevers in het algemeen vaker problemen met de werksfeer als het ontslag van een medewerker is aangezegd.
Arbeidsongeschiktheid
De kwestie van arbeidsongeschiktheid in de prostitutie speelt al vanaf de jaren negentig. Exploitanten waren bang dat ze bij het minste geringste een ziekmelding zouden krijgen. Het ging om vragen als of een soa een reden voor arbeidsongeschiktheid was. (In andere beroepen kan men met een geslachtsziekte gewoon doorwerken). Wat doe je met een besmettelijke huidziekte? Gelden voor de prostitutie dezelfde termijnen voor zwangerschapsverlof als in andere beroepen? Welke arbodienst accepteert de prostitutiebranche? Enkele arbodiensten zouden reeds geweigerd hebben met de prostitutiebranche in zee te gaan. In hoeverre dit nog opgaat, moet nog worden uitgezocht. Deze problemen zijn herhaaldelijk bij het Ministerie van SoZaWe aangekaart. Dit zonder resultaat. We schrijven inmiddels 2020.
Lees meer:
Inleiding, arbeidsrelaties in sekswerk in vogelvlucht
De praktijk in prostitutiebedrijven
De onderhandelingen: sekswerkers en exploitanten
Loondienst in de praktijk in de prostitutiebedrijven
Overige inkomsten uit sekswerk, een derde weg?
Schijnconstructies in de prostitutiebranche
Uitzendbureaus voor sekswerkers?