De Rotterdamse folder uit 2000 in diverse talen

De Rotterdamse folder uit 2000 in diverse talen

Informatie verstrekken aan sekswerkers over hun rechten is een beproefde methode om hun positie te verbeteren. Daarom is  er sinds 2000 veel aandacht aan  besteed. Ook in de discussies rond de Wet Regulering Prostitutie [I]zoals de Wet Regulering Sekswerk in 2014 nog heette, toen dit werd geschreven nog heette is er consensus over het belang van informatie. Maar er liggen nog een paar vragen.

  • Om wat voor informatie gaat het?
  • Wie verspreidt die informatie en hoe?
  • Aan welke informatie hebben sekswerkers behoefte?

Het soort informatie

Groningse folder

Groningse folder

Eind jaren tachtig zijn sociaal verpleegkundigen begonnen met het bezoeken van sekswerkers om ze laagdrempelig gezondheidsvoorlichting te geven, destijds een van de weinige wapens tegen aids. Nog steeds zijn de GGD- en hierin actief en worden daarin landelijk ondersteund door Stichting Soa-aids.

De landelijke en lokale overheden moesten ook hun informatie over het beleid en/ of beleidswijzigingen kwijt. In 2000 verspreidde de landelijke een folder om de sekswerkers mee te delen dat ze recht hadden op een schone werkomgeving, op  vrije artsenkeuze en dat ze klanten mochten weigeren. Ook gemeenten hebben folders gemaakt om hun beleid naar de doelgroep toe te communiceren. Dat was bijvoorbeeld het geval in Rotterdam, Den Haag en Groningen. De overheid vond en vindt het belangrijk sekswerkers te informeren over op hen gericht maatschappelijk werk en over mogelijkheden om uit de prostitutie stappen.

Veel sekswerkers hadden zelf vragen over belasting betalen, over hun positie op de werkplek en hun rechten op bijvoorbeeld een uitkering. Daartoe gaf De Rode Draad informatie over arbeidsrecht en hun juridische positie.

Wie moet die informatie verspreiden?

Sekswerkers schermen hun huisadres bijna altijd af.  Folders en flyers kunnen dus niet naar hun huisadres worden gestuurd. De informatie kan via apps en websites worden verspreid, maar het is beter om ze op de werkplek te bezoeken. Die taak werd en wordt voor wat de gezondheidsvoorlichting betreft door de GGD (in sommige steden heet dat nog GG&GD) uitgevoerd. Ook het gezondheidscentrum in Amsterdam PG 292 en SPOT 46 in Den Haag spelen hierin een rol. Exploitanten van seksbedrijven en raamverhuurbedrijven zien er het belang van in en werken er in het algemeen mee.

De sociaal verpleegkundigen moeten toegang tot de bedrijven blijven houden. Ze kunnen derhalve niet al te kritische vragen over de werksituatie stellen. Ook maatschappelijk werkers hebben niet de taak arbeidsrelaties ter discussie te stellen.

Er zijn geen voorbeelden bekend van exploitanten die weigerden informatie over hulpverlening en stoppen met werk ter beschikking te stellen. Integendeel, bij De Rode Draad hoorden de medewerkers dat sommige exploitanten vrouwen die een carrièreswitch nastreefden, actief ondersteunden.

De folder over de wetswijziging in 2000.

De folder over de wetswijziging in 2000.

Voor de informatie over rechten op de werkplek lag dat echter anders. Vooral ‘de voordelen van loondienst’ was een taboe- onderwerp. Zie het fragment van een verslag van een bezoek van De Rode Draad (te vinden in Rechten van Sekswerkers, Altink en Bokelman, 2006).

De drie vrouwen zitten er zwijgend bij. De man gaat weg en één van de vrouwen wil weten wat de voordelen van loondienst zijn. Op dat moment komt er een vrouw met een stofzuiger binnen die al die tijd meegeluisterd heeft. Jawel, de eigenaresse, want ze slaat van zich af met de volgende tekst: “Je denkt toch niet dat ik de vrouwen ga doorbetalen als ze ziek zijn”.

Het heikele onderwerp ‘gezag uitoefenen’ leidde tot conflicten met de veldwerkers van De Rode Draad. Dat gold ook voor belastingkwesties. Illustratief voor de geringe bereidheid van veel exploitanten om informatie over arbeidsrecht te verspreiden is het feit dat de ‘kleedkamerposter’ met de rechten die sekswerkers aan het voorwaardenpakket van de opting-in konden ontlenen, niet meer in de bedrijven te vinden is.

Dit soort informatie kan waarschijnlijk het beste verspreid worden door een onafhankelijke organisatie, bij voorkeur een sekswerkersorganisatie, die rechtstreeks de sekswerkers kan bereiken. Dit moet gebeuren als sekswerkers op de werkvloer met bepaalde zaken worden geconfronteerd. De gezondheids-  en maatschappelijk werk- info kan wel via of met medewerking van de exploitant worden verspreid.

Wat voor informatie willen sekswerkers zelf?

De folder over rechten van slachtoffers. De term mensenhandel komt veelvuldig voor in het binnenwerk.

De folder over rechten van slachtoffers. De term mensenhandel komt veelvuldig voor in het binnenwerk.

Hebben sekswerkers vooral behoefte aan informatie over gezondheid en maatschappelijk werk, of hebben ze andere vragen? Bij De Rode Draad kwamen meer vragen binnen over beginnen met werk dan over stoppen met werk. Vlak voordat het doek viel voor de Stichting, wilden sekswerkers vooral weten hoe ze zelfstandig, buiten de exploitant om konden werken.

De term mensenhandel riep vooral ongeloof op. Tijdens veldwerk werden de medewerkers van De Rode Draad meestal glazig aangekeken wanneer ze informatie over mensenhandel overhandigden. De term mensenhandel zei sekswerkers over het algemeen niets of ze meldden dat dit niet met hen kon gebeuren. Ze associeerden het vooral met het bekende verhaal van het onschuldige jonge meisje dat uit een arm land kwam en in Nederland tot prostitutie werd gedwongen. De medewerkers vonden wel bij sekswerkers gehoor als ze het thema ‘economische uitbuiting’ aankaartten.

Ook kwamen er af en toe klachten binnen – vooral van oudere Nederlandse vrouwen-  dat ze onderhand wel weten hoe ze met een condoom moeten omgaan. Een recente klacht gericht aan het Platform Positieverbetering kwam van een vrouw die de menopauze al achter de rug had, maar toch voorlichting kreeg over hoe ze tijdens haar menstruatie met een sponsje om moest gaan. Niettemin blijft de gezondheidsvoorlichting belangrijk, zeker voor de nieuwkomers, en blijft toch nog als een succes van het Nederlands beleid gelden.

Voor een nieuwe sekswerkersorganisatie is het een schone taak om met sekswerkers te bepalen aan wat voor soort informatie er behoefte is en hoe die het beste verspreid kan worden.

Sietske Altink

Noten

Noten
I zoals de Wet Regulering Sekswerk in 2014 nog heette, toen dit werd geschreven nog heette

Inhoud Artikel