Tot in ieder geval 2004 was er nog een bordeel in Rotterdam met mannelijke sekswerkers. Anno 2018 zijn er in Rotterdam geen privéhuizen of clubs meer waar mannelijke sekswerkers aan de slag kunnen.
Er zouden rond 2009 in Rotterdam ook mannelijke sekswerkers in het Kralingse Bos hebben gewerkt. Maar dat was moeilijk aan te tonen. Mannen die vrouwelijke klanten bedienden ofwel gigolo’s zijn vooral in de grote steden actief. Maar dit is nog een onbekend terrein.
Travestie
In 1983 werden de Algemene Politie Verordeningen (APV’ s, gemeentelijke wetgeving) zodanig gewijzigd dat travestie geen (verboden) vorm van verkleding meer was.
Sommige mannen werkten eerst als mannelijke sekswerker maar schakelden over naar travestie. Een Rotterdammer vertelde me in de jaren negentig:
Ik ben in 1990 als travestiet begonnen toen ik nog als ‘jongen’ in een privéhuis werkte. (…) Daar verdienden wij weinig. Een collega zette een pruik op en verdiende ineens heel veel. Ik was twintig en dan ben je als jongen te oud om te werken. Als travestiet is dat anders. Dan kom je in het vrouwencircuit terecht. Een traf of trans verdient zo’n 1100 tot 1200 gulden per dag. Een vrouw maximaal 600 gulden. Toen het nog goed liep had ik vijf klanten per dag. Ik zie er niet uit als travestiet. (…) Ik doe om louter commerciële redenen aan travestie. Als je als Pipo de Clown goed kon verdienen, zou ik dat ook doen. Het werken als travestiet is wel moeilijker dan als gewone jongen. Als jongen kun je jezelf zijn. Als travestiet moet je steeds een rol spelen. (…) Als je als travestiet gaat werken weten de klanten dat je een man bent. Maar ze moeten achteraf kunnen zeggen: ‘Ik had een vrouw gewild, maar ja, het was nog een man, ik ben toch maar gebleven. Veel van deze klanten zijn getrouwd. (…) ‘
Transgenders
Transgenders maken betrekkelijk vaak gewag van geweld door klanten. De oorzaak ervan valt moeilijk te achterhalen: mogelijk hadden klanten – die over het algemeen in het dagelijks leven hetero zijn- na de daad spijt van hun experimenteel seksueel gedrag. Ook in de literatuur komen we tegen dat travestieten vaak heteroseksuele klanten hebben, die aan het experimenteren zijn. [I]Van Mens et al, 1999 en Janssen 1997
Transgenders en travestieten, werkten vooral op straat in de periode dat er gedoogzones voor straatprostitutie bestonden: 1986- 2005. Toen de eerste transseksuelen en travestieten op de tippelzones verschenen (1992 -1993), trokken zij zeer de aandacht. Op ‘piekuren’ waren zij zelfs in de meerderheid. Hun aanwezigheid strookte echter niet met de doelstelling van tippelzones: hulpverlening aan verslaafden. Zij waren over het algemeen niet aan de drugs. Hun verschijning was opzichtiger dan die van vrouwelijke sekswerkers. De drug gebruikende vrouwen voelden zich door hen overheerst en waren bang het onderspit te delven in de concurrentiestrijd met deze niet-verslaafde vrouwen in glamour uitmonstering.
Een hulpverleenster van de huiskamer waar straatprostituees even kwamen uitblazen, vertelde dat die voorziening speciaal voor hen moest worden verbouwd. De travestieten (in 1993: 36, tegen 150 vrouwelijke straatprostituees, vroeger waren het er zeven), mochten bijvoorbeeld in Rotterdam niet meer de huiskamer binnen omdat ze te dominant aanwezig waren Ze kregen sindsdien soep en koffie door een luikje. Later kregen ze een eigen afdeling in de ‘huiskamer’. Nu werkt een minderheid in de raamprostitutie, vooral in Amsterdam.
Transseksuelen zijn als man of vrouw geboren maar door een operatieve ingreep (geheel of gedeeltelijk) van geslacht veranderd. In de regel gaat dit om mannen die vrouw zijn geworden. In een groepje transgenders van 59 die Van Gelder in 2008 in Den Haag bevroeg, bevond zich slechts één vrouw die man was geworden. De zogeheten ‘shemales’: mannen met borsten komen we ook tegen in de prostitutie.
De groep transgenders, shemales en transseksuelen bestaat uit zowel Nederlanders als migranten. Een van hen, interviewde ik in 1993:
Als je in Roemenië je als vrouw verkleedt kun je tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen. Ik heb zelf ook een paar dagen in de gevangenis gezeten, maar ben na een paar dagen vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Ik deed het thuis, soms nam ik het risico en ging toch de straat op, in de hoop dat niemand me als man herkende. Ik kleedde me dan niet al te opvallend. Ik had daar geen contact met andere travestieten. Niemand durfde er over te praten, uit angst te worden verraden. Ik ben zelf homoseksueel. Dat was ook moeilijk.’
Een enkele club of privéhuis waar vooral heteroseksuele mannen komen, geeft op de bedrijfssite aan dat er shemales of transgenders werken, aangezien zij ook incidenteel deze mannen bedienen. Dit is een uitzondering, want over het algemeen zijn transgenderisten niet welkom in dat soort gelegenheden. In Rotterdam bestond er in het begin van deze eeuw een privéhuis dat gespecialiseerd was in transgenders en travestieten: ‘De transseksjuweeltjes’.
Sietske Altink
Terug naar inhoudsopgave boek
Meer over mannelijke sekswerkers
Noten
↑I | Van Mens et al, 1999 en Janssen 1997 |
---|
Inhoud Artikel