Koning Willem I gaf opdracht om de plannen van Napoleon om Den Helder tot een marinewerf te maken, alsnog te realiseren, wat dan ook gebeurde. De komst van de marine had wel het gevolg dat de vraag naar vermaak en seksuele dienstverlening toenam.
Den Helder was een garnizoensplaats en beschikte al snel over een reglement om prostituees tot registratie en een verplichte medische keuring te dwingen. Volgens het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde no. 26 uit 1832, brachten zeelieden uit Amsterdam de syfilis naar Den Helder. Maar er was ook enige overloop uit Harderwijk, van waaruit huurlingen voor het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger), naar ‘Indië’ vertrokken. De beroemde Franse dichter Rimbaud bijvoorbeeld, had zich in Harderwijk als huurling voor het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) gemeld, maar nadat hij zich een tijdje in Harderwijk had beziggehouden met drinken en bordeelbezoek, vertrok hij naar Den Helder om verder te reizen naar Java. Maar hij heeft amper bij de KNIL gediend; hij verkoos te deserteren. [I]Volkskrant10-3-2012
In het havenkwartier van Den Helder zaten in de 19de eeuw veel zogeheten speelhuizen, bordelen met ‘live’ muziek, naar Amsterdams voorbeeld. [II]Noord Hollands Dagblad 5-12-2002 Halverwege de negentiende eeuw wisselde een netwerk van bordeelhouders uit Leiden, Haarlem en Den Helder onderling vrouwen uit. De Haarlemse bordeelhouder Jan Bosch, die oorspronkelijk uit Den Helder kwam, stuurde veel vrouwen uit Den Helder naar Haarlem. De helft van de prostituees in Den Helder en Haarlem werkte voor hem. Tussen 1880-1899 kwamen vijf buitenlandse vrouwen in het bordeel terecht van Winkelaar, die behalve in Den Helder, ook in Leiden en Haarlem als bordeelhoudster actief was. (Brink, W. van den, 2003, 2008) Een andere bordeelhoudster, Emke Pekelaar, had in Haarlem een bordeel dat in 1864 in verband met de cholera een maand dicht moest. Emke ging vervolgens naar Den Bosch en daarna naar Den Helder.
Een bizar geval van bordeelhouderij in Den Helder was Christina K.. Zij was de enige dochter van een sjouwersman. Op 13 jarige leeftijd, in 1856, toen in Den Helder de reglementering werd ingevoerd, vroeg Christina permissie om het beheer van een bordeel op zich te nemen omdat haar ouders gedetineerd waren. Zij werd dus beheerder van een bedrijf waar zij als minderjarige niet eens mocht komen. Rond haar 21ste stond ze als dienstbode in Den Helder ingeschreven. Daarna vertrok ze naar Amsterdam. Toen ze 28 was, werd ze voor anderhalf jaar in Leiden geregistreerd als bordeelhoudster of prostituee. Daarna ging ze weer bij haar moeder in Den Helder wonen. (Huitzing, 1983).
Net als in andere steden kwam er in Den Helder aan het eind van de negentiende eeuw verzet tegen de gereguleerde ontucht. Op dit gebied boekte de Middernachtzending, een organisatie die mannen van prostitueebezoek trachtte af te houden, een succes. In 1910 is in Den Helder op initiatief van deze organisatie het Zeemanshuis aan de Weststraat 84 gesticht. Daar waar varensgezellen ‘gezond’ vertier konden zoeken. [III]Vliegend Blaadje 30-8- 1913
In Den Helder was er al vóór 1910 een bordeelverbod. Maar de Duitse bezetter schond dat door in 1943 aan de Weststraat een officiële Wehrmacht Puff (Puff =bordeel in het Duits) te vestigen. Duitse soldaten konden daar met een vrijkaatje naar binnen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd ten koste van Hellevoetsluis en Vlissingen, Den Helder de enige officiële Rijkswerf voor de marine.
Tot ongenoegen van de marine nam de relatie tussen marine en prostitutie in de twintigste eeuw een nieuwe verschijningsvorm aan doordat marinemensen bordelen in Den Helder gingen exploiteren. Op 8 augustus 1990 kreeg luitenant Jan Pieter Witte van de marine een vergunning om aan -jawel- de Weststraat een bordeel te exploiteren: de Aphrodite. Deze nevenactiviteit van de marinemensen stond in Engeland geregistreerd als Red Roses Services.
Aanvankelijk beweerden Witte en zijn compagnon zich slechts met de vastgoedkant bezig te houden, maar al snel bleek hun betrokkenheid groter te zijn. Witte organiseerde ‘vrijgezellenavonden’ aan de Weststraat. Hij bemoeide zich ook met het personeelsbeleid en kwam – soms in uniform- ’s avonds in de zaak. [IV]Telegraaf 1-10-1991 Hij had overigens ook een seksclub in Amsterdam. Er was altijd een tekort aan vrouwen. Dus haalde hij ze maar uit Thailand.
Op 23 september 1991 kwam er bij de Stichting tegen Vrouwenhandel een telefoontje binnen van de politie Den Helder. Die had een aantal Thaise vrouwen geholpen uit een bordeel in de Weststraat te ontsnappen. Deze vrouwen waren op grond van nepcontracten naar Praag gereisd. Ze zaten opgesloten in de club, en een van de vrouwen was uit het raam op het dak van een politieauto gesprongen.
In 1991 spreek ik enkele van deze vrouwen.
Een van hen had al eerder als sekswerker in Thailand gewerkt- maar rebelleerde – met alle gevolgen van dien- tegen de omstandigheden in Den Helder zoals gedwongen zonder condoom werken en het gebrek aan bewegingsvrijheid. Een ander was werk in een restaurant beloofd. Ze wist dat ze met klanten moest drinken, maar haar was verteld dat ze niet met hen naar bed hoefde. Maar dat moest ze wel. Haar moeder had land verkocht om haar reis te kunnen betalen.
Al met al leidde dit geval van vrouwenhandel tot sluiting van Aphrodite. In 1988 was de eigenaar van High Society Palace in de Weststraat 62, zoals Aphrodite toen heette, al aangehouden wegens vrouwenhandel. In augustus van dat jaar was er ook brand gesticht. Dit had de buren, die al vaak hadden geklaagd over nachtelijke geluidsoverlast ,behoorlijk wat schrik aangejaagd. [V]Zaanlander, 5-10-1988
Maar er kwamen nieuwe exploitanten.
Bij Aphrodite is De Rode Draad een keer geweigerd en drie keer binnen geweest. In 2004 kwamen we er op verzoek van de Braziliaanse vrouwen die er werkten en het land uitgezet dreigden te worden.
Er was een verbouwing gaande en het huis zag er onttakeld uit. Via een gevaarlijke trap kwam je op de bovenverdieping waar stapelbedden stonden. Eerst werden twee vrouwen in een bolide aangeleverd. Ze hadden ook verhuisdozen bij zich. We werden in een – eveneens in toestand van verregaande verbouwing verkerende- morsige zitkamer gelaten. De vrouwen beweerden dat het stempel dat ze van de politie hadden gekregen nog geldig was. Waarom werden ze dan toch uitgewezen? Dat was moeilijk uit te leggen. Het was een soort gedoogstempel en de politie kon van hogerhand opdracht hebben gekregen op te houden met dat gedogen.
De tweede keer was in 2005:
Toen we voor de deur stonden hoorden we dat er binnen ruzie werd gemaakt. Een man deed open en fronste de wenkbrauwen maar mede doordat de Draad hier vorig jaar op hun verzoek was geweest, mochten we naar binnen. De man was vorig jaar bedrijfsleider maar was inmiddels eigenaar van de zaak geworden. Hij was spullen aan het klaarzetten op de bar en zat ondertussen met een vrouw in het Portugees te bakkeleien. Hij vond dat ze te veel rookte en deed moeilijk over geld voor sigaretten. Een van de andere vrouwen was de gang aan het dweilen. Er liepen verschillende vrouwen in badjas rond en we hadden de indruk dat de Braziliaanse vrouwen er woonden. (…) Aan de muur hing reclame voor de Viagracocktail. We dachten dat het alleen een grappige naam was maar nee, er ging inderdaad Viagra in de drankjes zodat de mannen er zin in kregen en langer bleven. Op de kassa lagen 11 papiertjes met namen en naast de kassa stonden acht kookwekkers. (…)
In 2011 gingen medewerkers van De Rode Draad er weer langs. Dit keer konden ze gewoon zonder tussenkomst van de eigenaar met de vrouwen praten. De vrouwen vertelden dat de verdiensten er beroerd waren: 200 euro per week. Tevens was het vrouwen van De Rode Draad opgevallen dat het interieur nog steeds ‘zoooo jaren tachtig‘ was.
In 2017 was ik in Den Helder en bekeek de Afphrodite van buiten. Het had nu een andere naam – Rose Garden- en waarschijnlijk ook een andere eigenaar. Het bedrijf leek een flinke opknapbeurt te hebben gekregen.
Den Helder kende nog drie andere seksbedrijven. In de Koningsstraat zat een onvergunde massagesalon en club Promises aan de Binnenhaven moest sluiten omdat er illegalen werkten. [VI]NH 12-4-2013 In 2005 vroeg De Rode Draad informatie over de Moulin Rouge dat er zo vervallen en vies uitzag dat we dachten dat het dicht was. Maar de zaak draaide nog.
De Moulin Rouge, voorheen de JJ en Exotika, ging meestal pas na tien ’s avonds open en zag er armoedig uit. In 2006 gaan medewerkers van De Rode Draad er naar binnen:
De man aan de deur zegt dat we gerust naar binnen mogen ook al zijn er klanten in de bar. Ondanks het feit dat de zaak net weer open is en een opknapbeurt heeft gehad na het overlijden van de vorige eigenaar is, het weer een zaak met de clichématige rode vloerbedekking. In de bar schalt de muziek en de vrouwen praten met mannen.. Eén vrouw aan de bar staat alleen en met haar kunnen we even praten. Helaas zitten er twee mannen naast die zich ook met het gesprek gaan bemoeien waardoor we het kort moeten houden. De vrouwen hebben verschillende nationaliteiten.
Wel had de gemeente bepaald dat het opgeknapt moest worden anders zou de gemeente het pand overnemen. In 2017 bleek het pand in de Weststraat te koop te staan.
Ach ja, de Weststraat. ‘Wie nooit vlak aan zee gewoond heeft, weet eigenlijk niet wat of waaien is. zo schreef François Haverschmidt. beter bekend als Piet Paaltjens, die korte tijd in de Nieuwe Kerk in de Weststraat predikant was geweest.
Sietske Altink
Noten