Het kenmerk van ‘escort’ als werksoort in de prostitutie is dat de klant bepaalt waar de seksuele dienstverlening plaatsvindt. Dat is in de meeste

Een oud uithangbord

gevallen de woning van de klant of een hotel. Een sekswerker kan zelf de overeenkomst sluiten of zich – in ruil voor een percentage van de omzet-  door een bureau laten bemiddelen.

In de twintigste eeuw werd de escort vaak als synoniem van ‘call girl’ beschouwd, een benaming die suggereert dat de telefoon onontbeerlijk is voor deze bedrijvigheid, wat het tot een modern verschijnsel maakt. Dat is echter niet helemaal juist; in de late middeleeuwen en in de zeventiende eeuw kwam het al voor. In het eerste (mij bekende) voorbeeld in de twintigste eeuw haalden studenten zelf vrouwen uit het bordeel. De telefoon speelde toen geen rol.

In 1909 stopte een rijtuig met vier studenten voor een bordeel in Utrecht.  De studenten wilden dat twee prostituees meegingen naar hun kamer. De vrouwen zouden elk tien gulden krijgen. De waardin verlangde echter 15 gulden. Uiteindelijk ging één vrouw voor een tientje mee. (’t Hart, 1993)

Maar het is een feit dat de telefoon het escortbedrijf toegankelijker heeft gemaakt waardoor het tot een aparte werksoort heeft kunnen uitgroeien. Het nam helemaal een vlucht toen de mobiele telefoon zijn intrede deed. Zowel de klant als de escort kon anoniem op iedere willekeurige locatie bellen. Dit veroorzaakte aan het eind van de jaren negentig een ‘morele paniek’ over schimmige praktijken en uitbuiting van jonge meisjes. De escort- sector zou ongrijpbaar zijn. In steden waar men na de wetswijziging van 2000 de escortbranche ongemoeid liet omdat het moeilijk in een vergunningenstelsel te vatten viel, is dat later wel ingesteld.

De onderzoeker Eysink Smeets beweert dat de omvang van de escort onmogelijk vast te stellen valt. Zelfs betrokkenen uit de escortwereld zelf hadden geen idee van de omvang. Dat komt onder andere dat de omloopsnelheid van escortbureaus hoog is. Ze worden snel opgericht en weer gesloten. Reeds lang ontbonden  bureaus blijven nog lang zichtbaar in advertenties op internet.

Het feit dat veel bureaus onder verschillende namen opereren  maakt het er ook niet gemakkelijker op. [ii] In Brabant waren in 2012 veel bureaus tot één eigenaar terug te voeren, die daarmee een soort monopolie in de regio had. Veel sekswerkers werken echter zelfstandig als escort. Eysink Smeets heeft zo’n 200 profielen van zelfstandigen geteld. Sommige escorts werken voor meerdere bureaus. Daarnaast komt het voor dat zelfstandigen ook bij bureaus staan ingeschreven. Eysink Smeets heeft de indruk dat de escortsector sinds 1999 is toegenomen.

De escort kent volgens Eysink Smeets (2007) de volgende organisatievormen:
1. Het escortbureau: Een bureau beschikt over een bestand van personen die als escort inzetbaar zijn. De klant bestelt een escort via het bureau. Het bureau regelt het vervoer en houdt de administratie bij. Sinds 2008 vallen de escorts bij een bureau onder de opting-in.
2. De club- annex escortbureau: Sommige clubs voorzien ook in escorts. De klant kan een sekswerker bestellen die aan de club verbonden is.

In 1999 hanteerde hij de volgende indeling:

  • Topbedrijven die de bovenkant van de markt bedienen: vragen minimaal 250 euro per uur.
  • De hogere middenklasse. Zij werken volgens Eysink Smeets voornamelijk met legale mensen en vragen minimaal 170 euro per uur.
  • Lagere middenklasse: Zij vragen gemiddeld 110 euro per uur, doen niet aan belastingafdracht en werken niet altijd met legale mensen.
  • Onderkant van de markt: daar betaalt men geen belasting en vraagt men hooguit 90 euro per uur.
  • De eenpitter ofwel de zelfstandige escort. De sekswerker adverteert zelf, zorgt zelf voor vervoer en bepaalt de eigen prijs.
  • Tenslotte is er nog de escort die door een netwerk wordt georganiseerd. Een netwerk van vrienden stelt de deelnemers op de hoogte van de beschikbaarheid van een escort. Hier wordt niet geadverteerd.

Een vrouw die voor zo’n netwerk moest werken:

Maar je moet bedenken wat je je bij escort voorstelt. De meeste mensen denken dan aan bureau ofzo, een agency. Maar het gaat gewoon om mensen die elkaar mobiel bellen. Het gaat ook om familienetwerken. Die tippen elkaar over vrouwen en mannen die beschikbaar zijn. Mijn pooiers kenden Egyptische pooiers die weer hun eigen netwerken hadden. Ze komen aan zoveel klanten omdat die netwerken aan elkaar gekoppeld zijn. Het zijn samenwerkende netwerken. Ze kunnen ook ruzie met elkaar krijgen. Ze doen alles zelf, dat gaat niet via agencies. Die vrouwen hebben altijd iemand bij zich. Die vrouwen hebben altijd een bodyguard. 12 mei 2010 veldwerk.

Daarnaast constateert Eysink een trend die hij fragmentatie noemt maar die ook als emancipatie valt aan te duiden: sekswerkers nemen het heft in handen en zien af van bemiddelaars. Vooral in het segment mannen voor mannen constateert Eysink Smeets een toename van het aantal zelfstandigen in 2007.

Uit onderzoek bleek (bijvoorbeeld van Eysink Smeets, 2007) dat er– vooral aan de onderkant van de markt-  vele bureautjes opereerden die vaak van adres en naam veranderden.

Maar ook bij de grotere escortbureaus was het niet altijd koek en ei. De Rode Draad kreeg bijvoorbeeld klacht op klacht over hoge sommen die de zogeheten zelfstandige ondernemers moesten betalen als ze een concurrentiebeding – dat niet eens rechtsgeldig was- hadden overtreden. Een concurrentiebeding kan alleen bij een dienstverband worden afgesloten. Maar de escorts in kwestie waren niet in loondienst. Het kan alleen onder strenge voorwaarden; zo is het bijvoorbeeld verboden om een concurrentiebeding in te stellen als dat de werknemer na het beëindigen van het dienstverband brodeloos maakt. Als het tot een rechtszaak komt zal de rechter in de meeste gevallen het concurrentiebeding nietig verklaren, matigen of de boete verminderen. Onderstaande mail uit 2008 van een exploitant van een bureau aan een vrouw die voor een ander bureau was gaan werken dient als voorbeeld.

Bij deze gaat het concurrentiebeding in werking. We hebben het hier van de week ook over gehad. Dit betekent dat jij aan ons een bedrag van € 30.000,00 moet betalen. Ik zal mijn advocaat morgen, 21 maart 2008, contacteren om hem de opdracht te geven om de procedure in werking te zetten. Dit houdt in dat wij jou in rechte zullen betrekken. Wij zullen dan de advocaat de opdracht geven om een dagvaarding op te maken. Zodra wij een vonnis hebben van de rechter zullen wij diezelfde dag nog het vonnis executeren. Dit houdt in dat wij dan beslag laten leggen op je inkomen, beslag leggen op je inboedel. Mochten wij overgaan tot loonbeslag dan zal dit ook weer consequenties voor jou hebben. In concreto komt het hier op neer dat jij door het loonbeslag ook geen huur meer kan betalen zodat jij op straat komt te staan. Tevens zal door het loonbeslag bij je werkgever aan het licht komen van wie het loonbeslag afkomstig is en ik denk dat men er dan voor zullen kiezen om jou te ontslaan. Echter is het dan wel zo als jij een uitkering aanvraagt of een andere dienstbetrekking krijgt wij hier ook zullen overgaan tot loonbeslag.

Bovenstaande dreigementen werden ook gemeld door mannelijke sekswerkers. Ondanks het gebruik van juridische terminologie is het bovenstaande duidelijk een geval van intimidatie en bedreiging.

De meeste escortbureaus maken gebruik van eigen chauffeurs. Zij hebben ook een taak in het beschermen van de escort. Soms moesten de vrouwen nachtenlang met de chauffeurs rondrijden in de verwachting dat er een telefoontje van een klant zou komen. Daar kwam nog bij dat zo’n chauffeur zijn handen niet altijd kon thuishouden, dat vertelde een sekswerker in 2006 op De Rode Draad.

Begin 2000 gingen verhalen de ronde over escortbureaus waar de escorts in het pand van het bureau verbleven in afwachting van een klant. De laatste jaren is niets meer over deze variant vernomen.

Het is niet verwonderlijk dat veel sekswerkers vinden dat ze zelf wel de escorts, zonder tussenkomst van een bureau, kunnen regelen. Ze werven zelf klanten en organiseren hun eigen vervoer. Dat kan alleen legaal in steden waar zelfstandige escorts niet- vergunningplichtig zijn of – wanneer dat wel het geval is- een vergunning kunnen krijgen. Het aantal vergunningen in een stad is echter meestal beperkt en in veel gevallen reeds vergeven. De leges voor de vergunningen zijn meestal hoog en de voorwaarden zijn vaak zodanig, dat een individuele sekswerker er zelden aan kan voldoen. Veel escorts die niet voor een vergunning in aanmerking kunnen komen, wagen het er maar op. Hoewel veel van deze zelfstandige- weliswaar onvergunde- escorts belasting betalen en vrijwillig werken, wil men deze praktijken tegengaan.

De politie bestrijdt sinds 2003 onvergunde escort door te doen alsof ze als klant een escort naar een hotel laat komen. Werkt de sekswerker bij een niet- vergund bureau of heeft hij/zij zelf geen vergunning, dan volgt er in de regel een waarschuwing. Bij herhaling kan hij/zij op grond van een bestuursrechtelijke maatregel een boete krijgen of zelfs zijn/haar woning kwijtraken. Indien de bestelde escort wel vergund is, krijgt de sekswerker niet betaald. Sommige escortbureaus laten de escort uit eigen zak de bemiddelingskosten bijpassen.

Overigens herkennen veel exploitanten en escorts de politie als zogenaamde klant omdat men geheel tegen de gewoonte van ‘normale’ klanten in, geen voorkeuren uitspreekt voor een bepaald type vrouw. Indien de politie dat wel doet kan ze van uitlokking worden beschuldigd.

Destijds woedde er een discussie of deze handelwijze van de politie uitlokking was of niet. In het vergaderjaar 2003 zijn daar Kamervragen over gesteld. Het antwoord van de toenmalige Minister van Justitie, Donner, luidde dat het geen uitlokking was, want het doel was niet de opsporing of het uitzetten van illegale sekswerkers maar het bestrijden van mensenhandel. [I]Nu.nl., 15 maart 2004 Of dat in de praktijk inderdaad het geval is, valt te bezien als men de krantenberichten over de resultaten leest. Die gaan vooral over het oppakken van illegalen en Nederlandse zelfstandige escorts, meestal meerderjarige zelfstandige vrouwen.

Sommige mensen storen zich aan het slechte imago van de escortbranche en proberen een alternatief te bieden. Lees verder over één zo’n initiatief.

 

Sietske Altink

Noten

Noten
I Nu.nl., 15 maart 2004