Den Briel was een van de eerste steden in Nederland met een prostitutiebeleid. Zo was het er in 1405 verboden om ‘warelwiven’ (prostituees) onderdak te verlenen. Deze ‘wiven’ moesten ervoor zorgen dat ze voor zonsopgang en na zonsondergang buiten de vesten waren. In dat jaar verordineerde Den Briel tevens dat alle gelegenheden voor ontucht buiten de stadswallen moesten worden gevestigd. Het bordeel dat binnen de stadsmuren was gebouwd, moest worden afgebroken. Maar in 1446 wees Den Briel plaatsen binnen de stadsmuren aan ‘waar vrouwen die openbaar om geld zitten mochten wonen’. (Meyer, de en Elzen W.F. van den, 1989)
De negentiende eeuw
In het streekarchief bevindt zich een register van publieke vrouwen die van 1860 tot 1870 in Den Briel werkzaam waren. Ze kregen een boekje waarin werd bijgehouden wanneer zij medisch gekeurd waren en of ze in verband met een besmetting een werkverbod opgelegd gekregen hadden.
Soms werden zieke vrouwen opgenomen in een voormalige kazerne in het Prinsenkwartier, die ook werd gebruikt om mensen tijdens epidemieën in quarantaine te houden. In dit gebouw bevonden zich de woonvertrekken van bijvoorbeeld de familie Spoor met twee dochters die in het register van publieke vrouwen voorkwamen.
Veel vrouwen werden ingeschreven en later weer uitgeschreven, omdat ze bijvoorbeeld ziek waren of tijdelijk naar elders waren vertrokken, met als gevolg dat sommige namen meerdere malen voorkomen. Een medewerkster van het streekarchief heeft in deze periode 16 publieke vrouwen geïdentificeerd. Hun adressen stonden niet in het register of in de boekjes, maar via het bevolkingsregister zijn enkele adressen waar zij werkten of woonden achterhaald. Mogelijk functioneerden hun woningen als kleinschalige bordelen. Het archief bevat geen vergunningen voor bordeelhouders.
Een van de vrouwen woonde in de Rozemarijnstraat. ‘Rozemarijntjes’ zou een aanduiding voor prostituees zijn geweest. Deze straatnaam kwam rond 1700 al voor. Die straat bestaat nog steeds.
Een ander voorbeeld: Johanna Adriana Schrijnder leefde gescheiden van haar echtgenoot in Wellerondom 8. Vlakbij, op het adres Wellerondom 3 huisde de tapster Cornelia Elizabeth van Rooy die met een zeeman was getrouwd. Zij stond ook ingeschreven aan de Lijnbaan 29.
Uit het register blijkt dat de vrouwen zeer mobiel waren. Ze verhuisden vaak naar andere steden, vooral naar Rotterdam en Hellevoetsluis en keerden later weer terug naar Den Briel. De bevolkingsregisters van Hellevoetsluis, benoemden de publieke vrouwen ook echt als zodanig, dit in tegenstelling tot Den Briel. Hellevoetsluis was een marinehaven, van waaruit de vrouwen naar andere marinehavens pendelden: Rotterdam, Den Helder en Amsterdam.
2014
Er zijn geen vergunde seksbedrijven bekend in Den Briel. In de APV is een tippelverbod opgenomen.
Met dank aan mw. Lassing van Gameren van het
Streekarchief VPR.
Klik hier voor de geschiedenis van de prostitutie in Nederland in vogelvlucht.
Klik hier voor prostitutie in Leiden in de negentiende eeuw.
Klik hier voor de prostitutie in Gouda in de negentiende eeuw
Klik hier voor de prostitutie in Nijmegen in de negentiende eeuw
Sietske Altink
Inhoud Artikel