raamhuur woIn 1996 kwam de commissie Van Traa met een rapport over de georganiseerde misdaad waaruit bleek dat criminelen de baas op de Wallen waren. Daarna werd Freek Salm als Wallenregisseur aangesteld. Volgens hem hadden criminelen in de voorgaande jaren meer dan 150 miljoen gulden in vastgoed in het gebied geïnvesteerd.[i]

Veel raampanden zijn de laatste decennia voor prijzen ver boven de waarde verkocht. In de verkoopsommen zat namelijk ‘goodwill’ verdisconteerd: een soort meerwaarde voor de naamsbekendheid van een bedrijf. Dit is gebruikelijk bij overname van horeca en winkels. Het feit dat er een prostitutiebestemming op een bepaald pand zat, joeg de waarde van de ‘goodwill’ nog meer op.

Misdaadjournalist Bart Middelburg beschreef in Het Parool de geschiedenis van het pand Gelderse Kade 42 in Amsterdam. En dat ging om slechts één pand met raamprostitutie. Hij beschrijft hoe het pand vanaf midden jaren negentig een speelbal in witwaspraktijken van bekende criminelen was zoals Mieremet en Van Hout. Soms werd het pand in korte tijd voor het dubbele van de hand gedaan en dan weer met verlies verkocht. Desondanks is de prijs flink opgelopen. Het werd ooit voor 239.000 gulden gekocht. De crimineel Mieremet verwierf het later voor 365.000 gulden. Uiteindelijk was de vraagprijs 700.000 euro. Later is de financiële recherche deze en andere geldstromen gaan onderzoeken. [ii]

Het bleef niet beperkt tot Amsterdam. Heinekenontvoerder Van Hout kocht in Alkmaar 12 panden met 60 ramen aan de Achterdam. Hij liet bekenden van hem die raamprostitutiepanden exploiteren. Deze bedrijvigheid was ondergebracht in een netwerk van BV’s. [iii]

Huurprijzen

Die hoge aankoopprijzen moesten weer gecompenseerd worden door de hoogte van de raamhuren. Niet voor niets zei de toenmalige voorzitter van de Vereniging Exploitanten, Klein Beekman tijdens een interview met mij op 24 maart 1992: ‘Het exploiteren van ramen is de enige manier om in de prostitutie grof geld te verdienen.’

In de zomer van 1987 maakte de politie Den Haag een schatting van de omzet van de raamexploitanten.

Er zijn ongeveer 500 ramen. Daarvan ‘doen’ er 200 in de relatief goedkope Poel­dijksestraat 100 gulden per dagdeel. Dit levert 20.000 per dag op bij een volledige bezetting. De bezetting is volgens onze informanten in de regel 80%. Dit brengt de totale opbrengst van die straat op 16.000 gulden per dag. Voor de iets duurdere Doubletstraat stellen we dat de gemiddelde prijs daar 125 gulden per dagdeel is. (Dit is een lage schatting). Dit gaat dan om ongeveer 150 ramen. De bezetting is eveneens 80%. De dagopbrengst is daar 80% van 19.375 = 15520 gulden. In de duurste straat kosten de ramen gemiddeld 175 gulden per dagdeel. Gemiddeld is 70 % van de ramen in gebruik. Ook hier gaan we van 150 ramen uit. (…) Die leveren per dag 70% van 26250 gulden op = 17.375 gulden. De totale dagopbrengst voor de drie straten bedraagt: 48.895 gulden.

We gaan ervan uit dat de ramen niet zeven dagen per week bezet zullen zijn, bijvoorbeeld met feestdagen of eventuele kortingen. Maar ‘normaal’ draaien de vrouwen zes dagen per week. De weekopbrengst kan volgens op basis van 5 1/2 dag per week worden gemaakt. Op papier zijn er zo’n dertig eigenaren. Niemand kent deze mensen of weet wie er achter bepaalde rechtspersonen steekt. De vrouwen hebben alleen met de exploitanten te maken. Stel dat er acht ‘kleine’ exploitanten zijn. Deze mensen zijn goed voor 8 x 2 a 3(2,5) ramen = 20 ramen. Dan zijn er 22 ‘grote’ eigenaren die de overige 480 ramen exploite­ren. Stel dat iedere ‘grote eigenaar’ op het idee is gekomen om tenminste vanuit twee b.v.’s te opereren, dan zijn 480 ramen in handen van 12 eigenaren. De ‘kleine’ exploitanten beuren van de totale dagopbrengst: 97,50 per dag bij een gemiddelde bezetting, 2,5 raam x 8 exploitanten/eigenaren: 1950 gulden. Blijft over voor de ‘grote’ eigenaren per dag: 46.945 per dag, te verdelen onder 12 personen of instellingen. Dat is 3912 per dag, zeer laag geschat, omdat het vermoeden bestaat dat het om minder dan 12 personen per dag gaat. (…)  Dat betekent dat de dagopbrengst met de helft moet worden verhoogd. Weliswaar hebben de eigenaren nog de kosten van het honorarium van de exploitanten, de kosten van reparaties e.d. betalen maar ze trekken ook rente van de verdiende bedragen en hebben onroerende goederen van grote waarde.

In 1988 vertelde een vrouw van De Rode Draad dat de huurprijzen voor Amsterdam op 700-900 gulden per week lagen. In 1990 moesten ze 150 gulden voor een halve dag betalen.

De komst van de euro was een factor van betekenis in de raamhuren. In de guldentijd kostte een raam nog 250 gulden voor twee dagdelen. Daarna werd dat 200 euro, dus ongeveer 420 gulden.[iv]

Tegenwoordig gaat het om 100 tot 200 euro voor zes uur in een hokje, waar zelfs de handdoeken soms nog ontbreken. De Rode Draad kreeg in 2000 de klacht dat vrouwen een emmertje en zeem moesten huren en dan zelf aan het poetsen konden gaan. Vaak moesten sekswerkers zelf ook het beddengoed wassen. De Rode Draad heeft in 2003 getracht dit bij de  gemeente  Den Haag aan te kaarten waar de sekswerkers iedere dag de lakens mee naar huis moesten nemen om ze te wassen. De gemeente had immers in de verordening bepaald dat het beddengoed iedere dag moest worden verschoond!

De raamhuur kost per dag ongeveer even veel als een nacht in een behoorlijk hotel waar wel voldoende linnengoed is. Uit Utrecht vernam De Rode Draad dat de prijzen tot 800 euro per week konden oplopen (2010). Soms worden de ramen per shift van zes uur verhuurd. Maar verhuur per week komt ook voor. Toen er in Utrecht officieel niet meer in de peeskamers geslapen mocht worden, verhuurden exploitanten het raam soms voor 23 uur.

Tijdens de vakantie moet de huur meestal worden doorbetaald, anders raakt een sekswerker haar raam kwijt. Drie weken vakantie kost al een paar duizend euro, en dan zijn we nog nergens geweest’, zo luidt al jaren de klacht van raamprostituees. Door de hoge huren en de lage verdiensten zijn de vrouwen gedwongen om zeven dagen per week te werken.

Een vrouw in 2012: Ik werk nu alleen overdag, van twaalf uur tot half zeven. Maar ik moet de kamer wel zes dagen aansluitend huren. Ik werk nu ook zes dagen per week. Ik hoef er niet te zijn. Ik reken wel iedere dag af. En ik moet iedere dag een kopie van mijn paspoort inleveren. Ik kan mijn geld wel verdienen, maar ik zie hier vrouwen die soms geen klanten hebben.Ik heb ook wel eens een dag zonder klanten. Ik heb veel vaste klanten. Die sms ik regelmatig en bied ze dealtjes aan. Ik moet zo knokken voor mijn geld.  Van al het geld dat ik aan huur heb uitgegeven, had ik een huis kunnen kopen’, zo zei haar collega.

Een raam delen met een vriendin of collega ligt meestal moeilijk: de exploitant wil dan weten of zij wel legaal en meerderjarig is. Wanneer dat wel het geval is, kan hij nog weigeren uit angst van illegale onderverhuur te worden beticht. Exploitanten beroepen zich in dit soort gevallen ook vaak op gemeentelijke regelgeving. Onzin, niet één gemeente verbiedt het verhuren van kamers aan twee of meer, meerderjarige legale vrouwen.

2004: De Rode Draad doet veldwerk in de raamgebieden. Drie vrouwen liggen op een tweepersoonsbed in een kleine kamer. Om het bed heen is weinig ruimte. Ze vertellen de medewerkers van De Rode Draad dat ze per persoon 100 euro per dagdeel moeten betalen voor deze werkruimte. Niet dat ze dat kunnen bewijzen, want bonnetjes van de huurprijs krijgen ze niet. Van de exploitant hebben ze alleen een nul zes nummer. Als pluspuntje voeren ze aan dat de ruimte regelmatig wordt schoongemaakt. Bij de buren is dat anders. Daar lopen de kakkerlakken over de muren.

[/box]

‘De vrouwen zijn vrij om ergens anders te gaan huren’, zo luidt het standaardverweer van raamexploitanten. Maar zo eenvoudig is dat niet. De krapte in de ramen wordt steeds merkbaarder. En in een club gaan werken is vaak geen optie, de afdrachten zijn hoog en daar wordt een andere manier van omgaan met klanten verwacht. Een andere merkwaardige praktijk is het opleggen van boetes aan vrouwen die volgens de exploitant hun ramen te laat reserveren.

De sekswerker die een raam huurt, heeft niet dezelfde rechten als bijvoorbeeld een winkelier. De huur kan bijvoorbeeld van de ene op de andere dag worden opgezegd. Bij een ’gewone’ middenstander kan dat niet. Plotselinge huurverhogingen voor bijvoorbeeld dubbel glas, kunnen bij ‘bedrijfspanden’ alleen in uitzonderlijke gevallen worden opgelegd, bijvoorbeeld als dat van tevoren schriftelijk is vastgelegd.

Een ondernemer krijgt pas rechten als huurder van een bedrijfspand als hij/zij dat voor meer dan vijf jaar huurt. Dat zal een sekswerker niet kunnen of niet willen doen. Bovendien is een kamer voor raamprostitutie officieel geen bedrijfspand. De ruimte is immers niet voor het algemene publiek toegankelijk.

Van Wijk heeft onderzoek gedaan naar de situatie in de Amsterdamse raamprostitutie sinds de sluiting van een aantal ramen. De huurprijzen bleken te zijn gestegen, soms met dertig procent. De prijs voor een dagdeel huren – in de wandeling een shift genoemd- is 90-120 euro. (Van Wijk, 2010)

Sietske Altink

Lees meer over: Het ontstaan van raamprostitutie

Gemeentelijk beleid en raamprostitutie

Omvang raamprostitutie

Oude exploitanten: Frits van de Wereld

Raamexploitanten

Werken achter het raam

Raamprostitutie in Nijmegen

[i] Teletekst 14-11-1999 en Dagblad van Almere, 15-10-1999

[ii] Bv. Parool 26-11-2005

[iii] Volkskrant 6 januari 1998

[iv] Parool 8-10-2002