Het gebouw van de Holland Amerika Lijn, nu hotel New York

Het gebouw van de Holland Amerika Lijn, nu hotel New York

In 1980 besefte Rotterdam dat een Eroscentrum bij en in het Poortgebouw geen haalbare kaart was. Maar geen nood, de prostitutie kon te water worden gelaten. Water is te verhuren, maar valt niet onder bestemmingsplannen. Niet onbelangrijk: schepen konden verplaatst worden, zo oordeelde het bestuur optimistisch. Wijs geworden door de gang van zaken met het Poortgebouw, had men zich ervan vergewist dat de boten niet ten koste zouden gaan van woningbouw aan bijvoorbeeld de Mullerpier. Overigens werd dat later bestreden.

En aan de kade zouden er seksdorpen- een soort sekspretparken- komen. Dat zou geen problemen met vergunningen opleveren, want dorpen zijn niet vergunning plichtig. Op de kades zou het tippelverbod worden opgeschort.

En om welke kades ging het dan? Er werden drie locaties genoemd: de Parkkade bij de Euromast, de Waalhaven en de Wilhelminakade, waar het gebouw van de Holland Amerikalijn stond. (Nu hotel New York).

Er ontstond een discussie over hoeveel bedden er per schip nodig waren. Aan de Parkhaven wilde men 90 bedden en aan de Wilhelminakade moesten er twee of drie schepen met 30-40 bedden komen. Bij de Waalhaven had men 4 of 5 schepen met 60 bedden gedacht. Men had de kosten per bed berekend. Een eenmalige investering van 100.000 gulden per bed zou een dagopbrengst van 40-50 gulden opleveren. De Stichting Exploitatie en Beheer Eros- en Vermaakcentra Rotterdam zag er wel heil in. Dit inspireerde wethouder Van der Have tot optimisme over het welslagen van het seksbotenplan.

Dit was echter een ‘gedroomde’ situatie. Niet alle locaties zouden geschikt zijn. Bij de Wilhelminahaven was er maar 20 meter voor ondersteunende infrastructuur beschikbaar. De politie verwachtte al dat het moeilijk zou worden grote boten te controleren en pleitte derhalve voor kleinere schepen. Het plan voor de seksboten aan de Wilhelminahaven kon ook nog sneuvelen omdat het terrein eigendom was van de Spoorwegen. Eigenlijk bleef alleen de Parkhaven over. Een journalist bedacht overigens dat de in totaal 100 bedden die daar voor de 1500 in Rotterdam geregistreerde sekswerkers waren gereserveerd, wel wat weinig was. Ook de politie had bedenkingen. Het gebied was klein en uitwaaiering van prostitutie leek onvermijdelijk.

Op 26 februari 1980 zou de gemeenteraad gaan besluiten de prostitutie op seksboten te concentreren. Het was bekend dat niet iedereen het daar mee eens was en daarom was er die dag maar voor dertig genodigden plaats op de publieke tribune. Het resultaat was weer een enorm protest. Niet alleen de bewonersgroepen, maar ook de leiding en de werknemers van de Euromast, de binnenschippers – die ligplaatsen verloren zagen gaan- en het bij de Euromast gelegen schippersinternaat startten protestacties. De Euromast en de burgerzaal van het stadhuis werden bezet. Er werden hoorzittingen georganiseerd. Die acties culmineerden in een gang naar de Raad van State waar diverse organisaties en bedrijven een Arob (Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeslissingen) procedure waren gestart.[i] Belanghebbenden stelden dat het om prostitutie ging, hoewel de term prostitutie niet in de vergunningaanvraag- en verlening voorkwam.

En wat voor soort prostitutie zou het worden? Van der Louw, die inmiddels burgemeester was geworden: ‘Bij vloed is er raamprostitutie mogelijk.’ Hij had de lachers op zijn hand, maar zijn opmerking gaf blijk van gebrek aan visie op prostitutie.

De Raad van State schorste op 20 november 1980 de vergunning die aan de Stichting Exploitatie en Beheer van Eros- en Vermaakcentra Rotterdam was verleend. Om een lang verhaal kort te maken: het seksbotenplan strandde op het vermaledijde bordeelverbod. Door prostitutie langdurig toe te staan op seksboten, zou de gemeente zich schuldig maken aan overtreding van het bordeelverbod en prostitutie bevorderen. Buurtbewoners, de Euromast en het schippersinternaat werden in het gelijk gesteld.

[i] Die wordt gevoerd als er geen andere procedures meer mogelijk zijn.

Sietske Altink

Terug naar de inhoudsopgave van het boek

Lees de andere artikelen in deze reeks

 

De achtergrond

  1. De invoering van het bordeelverbod is mislukt
  2. Schaalvergroting van prostitutie op de kaart

Een carnavaleske inhoudsopgave

  1. De Maasstadoperette

Katendrecht

  1. Katendrecht: een depot van beleefde Chinezen met tijdelijke liefdes
  2. Het gecontroleerde ontstaan van een rosse buurt: bijnamenromantiek en huisjesmelkers
  3. Bewoners versus Het Leven
  4. De strijd tussen bewoners en de prostitutiewereld ontbrandt (letterlijk)
  5. Over een glazenwasser, caféhouders en kaartavondjes voor bejaarden
  6. Bordeelsluiting, een heidens karwei
  7. ‘Niet tegen maar langs de wet’.

Het Eroscentrum

  1. Het Eroscentrum, waaro, hiero of daaro?
  2. De Wijn- en Trijnhaven
  3. Het Poortgebouw ofwel Fuckingham Palace
  4. Dit artikel
  5. De Keileweg: een erotisch luchtkasteel op een desolate vlakte
  6. De gemeente vraagt criminelen een monopoliepositie in te nemen in de prostitutiewereld

Achteraf

  1. Oeps, vergeten te vragen wat sekswerkers van al dit moois vonden
  2. Het Rotterdamse prostitutiebeleid in de jaren 70 en 80: een catalogus van blunders

 

Een opmerking over bronnen. Voor deze artikelenreeks zijn veel krantenartikelen gebruikt. De leesbaarheid zou zeer worden aangetast als die steeds in een notenapparaat moesten worden opgenomen. Daarom zijn de bronnen voor al deze artikelen in een aparte file vermeld die hier te downloaden is.

Overige bronnen