Caravans op de tippelzone.
(nationaal archief)

 

Na het stranden van het botenplan wilde het Rotterdams gemeentebestuur nog steeds een Eroscentrum realiseren. In 1982 werd het voorstel gedaan om het Eroscentrum aan de Keilehaven/Keileweg te vestigen.

‘De Keilehaven, ik weet niet eens waar die ligt‘,  zo reageerde burgemeester Peper toen. In 1983 beweerde het gemeentebestuur dat bedrijven in de buurt bereid waren te verhuizen en hun panden tegen forse prijzen aan kapitaalkrachtige seksbazen te verkopen. Dat was een beetje te optimistisch. Er zouden in totaal 15 gerechtelijke procedures gevoerd gaan worden over de Keilehaven/ Keileweg.

De exploitatie van zo’n  erotisch centrum moest worden uitbesteed, een les die men uit de uitspraak van de Raad van State had getrokken. Weer kwam de Stichting Exploitatie en Beheer Eros- en Vermaakcentra Rotterdam in beeld. Henk Smol, een van de grote mannen achter deze stichting kon echter niet wachten en huurde een loods en vestigde er het Casa Rossa. Hij vond dat de methode van zijn voormalige zakenpartner Driel Vis – vergunning aanvragen en daarna rustig afwachten- niet werkte.

Door toedoen van de rechter was dit Casa Rossa geen lang leven beschoren, maar geen nood, Smol beschikte over enkele sekscaravans waarin hij een paar vrouwen liet werken. Zij klaagden echter dat er voornamelijk kijkers maar nauwelijks klanten kwamen. Een van deze kijkers was de Rotterdamse publicist Rien Vroegindewey.

Hij zag ‘vijf vuile caravans op een rijtje. De gordijnen open, blauwe en rode schemerlampen …’

In 1983 moest Smol van rechter Nivard die caravans weghalen op straffe van een dwangsom van 25.000 gulden per dag. Het paste niet in het bestemmingsplan, zo oordeelde de rechter in een kort geding dat de omliggende bedrijven hadden aangespannen.

Van Driel- Vis wilde via Fundvist BV het Eroscentrum exploiteren. Maar het stadhuis vond dit spel te doorzichtig, dus moest er een buitenstaander als boegbeeld worden gevonden. Dat was Weeder die in december 1982 voor 775.000 gulden namens de firma Keilehoven BV eigenaar van een papierfabriek werd met als doel er een Eroscentrum van te maken. Volgens de advocaat van de omliggende bedrijven was Weeder een stroman van Driel Vis. De laatste zou sinds 1982 in het geheim met de gemeente hebben onderhandeld over de vestiging van een Eroscentrum aldaar. Daarvoor moesten nog wel de bestemmingsplannen voor het terrein worden veranderd, een proces dat zeker drie jaar in beslag zou gaan nemen.

Eind 1982 kreeg Freddy Baars, voormalig exploitant te Katendrecht via de plaatsvervangend gemeentesecretaris mr. N. van Eck te horen: ‘Jongens koop het nou, als je nu niet koopt is het voorbij.’ Van Eck ontkende echter in Het Vrije Volk van 13-1-1983 dat B en W actief medewerking aan de totstandkoming van zo’n centrum hadden verleend.

De gemeente ontkende echter iedere betrokkenheid bij de vestiging van een Eroscentrum aan de Keileweg/ Keilehaven. Wethouder van der Have beweerde alleen maar gehoord te hebben dat het om een bedrijfsgebouw met ontvangstruimte zou gaan. ‘Van de gemeente kun je niet verwachten dat zij bij iedere gronduitgifte nagaat wat er in de toekomst eventueel met de terreinen gaat gebeuren.‘ Het viel echter op dat er wel heel snel een drank- en logementsvergunning voor iets wat officieel een ‘chauffeurshotel’ heette was verstrekt.
De gemeente beweerde ‘niet te weten’ dat dit ‘chauffeurshotel’ zodanig werd ingericht dat sekswerkers er hun stiel konden uitoefenen. De advocaat van de bedrijven aan de Keileweg, Mr. Smit, stelde in 1983 dat B en W bij herhaling hadden gelogen toen ze zeiden dat ze niet op de hoogte waren van de plannen voor een prostitutiecentrum.

Het is inderdaad hoogst onwaarschijnlijk dat de gemeente van niets wist. Begin december 1982 kreeg wethouder J. Laan al een waarschuwing van P.C. Porrey, een hoge ambtenaar bij Bouw- en Woningtoezicht,dat de aanvraag van een bouwvergunning voor de verbouw van de papierfabriek tot een bordeel diende.‘ Porrey kon dat later, toen hij in verband met het proces tegen Driel Vis bij de rechter commissaris moest verschijnen, niet meer ontkennen.

Intussen had de politie er genoeg van gekregen dat de gemeente onderhandelde met een man bij wie ze invallen moest doen op grond van de wet of de gok- en de kansspelen. De politie hield een (zogenaamde) enquête onder de omliggende bedrijven om hun mening te peilen over het aanstaande Eroscentrum. Een handige truc want zo werden de bedrijven meteen op de hoogte gebracht van de plannen voor het Eroscentrum. Op 7 december 1982 lekten de plannen voor het Eroscentrum officieel uit. Op 12 januari 1983 verklaarde de Raad van State dat de bouwvergunning met onmiddellijke ingang was opgeschort.

Heel lang gebeurde er niets op De Keileweg. Wethouder Henderson verwachtte dat het bordeelverbod in 1987 zou worden opgeheven. In 1989 zouden – zo hoopte de gemeente tevergeefs- alle sekswerkers uit Rotterdam daar aan het werk kunnen zijn. Dat zou echter nooit gaan gebeuren. Wel konden er vanaf 1994 tot 2005 alle sekswerkers die op straat werkten er terecht. Het werd de tippelzone.

Sietske Altink

Terug naar de inhoudsopgave van het boek

Lees de andere artikelen in deze reeks

De achtergrond

  1. De invoering van het bordeelverbod is mislukt
  2. Schaalvergroting van prostitutie op de kaart

Een carnavaleske inhoudsopgave

  1. De Maasstadoperette

Katendrecht

  1. Katendrecht: een depot van beleefde Chinezen met tijdelijke liefdes
  2. Het gecontroleerde ontstaan van een rosse buurt: bijnamenromantiek en huisjesmelkers
  3. Bewoners versus Het Leven
  4. De strijd tussen bewoners en de prostitutiewereld ontbrandt (letterlijk)
  5. Over een glazenwasser, caféhouders en kaartavondjes voor bejaarden
  6. Bordeelsluiting, een heidens karwei
  7. ‘Niet tegen maar langs de wet’.

Het Eroscentrum

  1. Het Eroscentrum, waaro, hiero of daaro?
  2. De Wijn- en Trijnhaven
  3. Het Poortgebouw ofwel Fuckingham Palace
  4. Bordeelboten, prostitutie tussen de wal en het schip
  5. Dit artikel
  6. De gemeente vraagt criminelen een monopoliepositie in te nemen in de prostitutiewereld

Achteraf

  1. Oeps, vergeten te vragen wat sekswerkers van al dit moois vonden
  2. Het Rotterdamse prostitutiebeleid in de jaren 70 en 80: een catalogus van blunders

Een opmerking over bronnen. Voor deze artikelenreeks zijn veel krantenartikelen gebruikt. De leesbaarheid zou zeer worden aangetast als die steeds in een notenapparaat moesten worden opgenomen. Daarom zijn de bronnen voor al deze artikelen in een aparte file vermeld die hier te downloaden is.

Overige bronnen