Parodie op Eroscentrum van architect C. Weeber. (1978)

Parodie op Eroscentrum van architect C. Weeber. (1978)

Wat heeft de gemeente Rotterdam in hemelsnaam bezield om gokbazen, mannen achter een illegale stadsloterij, bijna een monopolie te geven op de exploitatie van seksbedrijven? Dit ging om de gokkoningen Ger Driel Vis en Henk Smol die in 1980 zitting namen in de Stichting Exploitatie en Beheer Eros- en Vermaakcentra Rotterdam. Deze organisatie zou het Eroscentrum gaan exploiteren. Smol had een strafblad wegens art. 140 Wetboek van Strafrecht: leiding geven aan een criminele organisatie. Bovendien had hij een belastingschuld van 10 miljoen, Driel Vis van 8 miljoen gulden. Driel Vis verdiende destijds met zijn gokimperium gemiddeld een ton per week. Hij beperkte zich niet tot Rotterdam. Met Maup Caransa was hij eigenaar van het Pleintje in Amsterdam. De benodigdheden voor zijn goktent leasete hij, zodat ze niet in beslag  genomen konden worden. Stromannen namen tegen een stevige vergoeding de eventuele consequenties van invallen voor hun rekening. Zij waren de zogeheten katvangers. Deze mannen konden toch niet echt voor gedroomde zakenpartners van een gemeente doorgaan!

Driel Vis stond hoog op de ranglijst van criminele zakenlieden. In 1975 wist Rotterdam al dat Driel Vis de illegale gokwereld beheerste. Met de sekswereld had Driel Vis evenwel weinig van doen gehad. Hij had zich wel eens op de markt van schijnhuwelijken begeven, maar een verzoek van een seksclub om lilliputters te regelen voor een act met honden, ging hem te ver. Zijn (voormalige) compagnon Smol kwam wel uit de sekswereld, maar bestierde ook de illegale stadslotto, de disco Parkzicht en deed daarnaast in gokautomaten.

Na het gedoe op Katendrecht kwam G. van Driel Vis in 1983 als secretaris- penningmeester van St. Exploitatie en Beheer Eros- en Vermaakcentra met het ei van Columbus. Voor 50 miljoen kon hij aan de Keileweg een grootschalig Eroscentrum opzetten. Hij onderhandelde hier jaren over met Porrey, directeur van Bouw- en Woningtoezicht.

Driel Vis en de zijnen ontwierpen een grootschalig Eroscentrum waar 750 prostituees de winkels en de nachtclubs moesten opluisteren. Aan alles was gedacht. Twee artsen zouden de medische verzorging voor hun rekening nemen. Er zou zelfs een stalletje komen waar schuldbewuste bezoekers een bloemetje voor moeder de vrouw konden kopen. De miljoenen die nodig waren om dit project te realiseren, ontbraken echter nog. Maar daarom niet getreurd. Driel Vis speelde de voorlopige koopakte door naar ene Weeder die het geld legaal kon aanleveren.

Een van de verklaringen voor deze vreemde manoeuvre van Rotterdam luidde dat Driel Vis en Smol in ruil voor de (loze) belofte de stad te verlossen van de overlast gevende prostitutie een carte blanche voor het exploiteren van hun illegale gokactiviteiten kregen. Er zijn inderdaad aanwijzingen voor zo’n deal. Vlak nadat Driel Vis in 1984 zijn Eroscentrumplannen had ingediend, gingen de illegale goktenten open. Vanaf 1984 werden die gelegenheden ongemoeid gelaten omdat ze geen overlast gaven. [i]Een tweede (aanvullende) verklaring is dat de gemeente een neutrale rol moest spelen in de exploitatie van het Eroscentrum. Maar wat is neutraal? Porrey, de directeur van Bouw- en Woningtoezicht vond dat een Eroscentrum derhalve het beste met zwart geld, bijvoorbeeld uit de gokwereld moest worden gefinancierd. Zwart geld is neutraal geld, toch? Ja toch, niet dan?

Toen in 1984 30 politiemannen vlak na de opening een inval deden in Mata Hari, kreeg de politie een berisping van Bijzondere Wetten. De in beslag genomen 40.000 gulden werd zelfs aan de gokbaas terug gegeven. Ook op andere terreinen genoot Driel Vis een soort immuniteit. In Mata Hari werkten ongeveer 160 mensen, waarvan enkelen via het officiële Rotterdamse arbeidsbureau waren geworven. Maar de meeste croupiers werkten er zwart.

Smol had zich al impopulair bij de gemeente gemaakt door hardnekkig bordeeltjes aan de Keileweg neer te zetten. Smol en Driel Vis waren mede daardoor inmiddels concurrenten geworden. Driel Vis had zijn hand overspeeld door een veel te grootschalig Eroscentrum te willen beginnen. Daar kwam bij dat het gemeentebestuur ervan overtuigd was geraakt dat in 1987 het bordeelverbod zou worden opgeheven. Driel Vis was dus niet meer nodig. Tijd om eens wat aan de bedrijven van Driel Vis te doen.

Op 26 september 1986 deed 300 man invallen in 30 woon- en kantoorpanden van Van Driel Vis. Daarover was bij de politie grote onenigheid ontstaan, zo bleek uit getuigenverklaringen bij de Rechter Commissaris. Vooral de beambten van de afdeling Bijzondere Wetten waren boos omdat de afdeling Zware Criminaliteit hen niet van te voren op de hoogte hadden gesteld van de actie. Bijzondere Wetten trad tamelijk autonoom op tegen illegale gokhuizen. Toen Driel Vis op een zijspoor werd gezet werd het rekkelijke ‘hoofd’ van Bijzondere Wetten, Nentjes, weggepromoveerd.

Er werd een zaak tegen Driel Vis gestart waarin ook de gemeente als getuige moest optreden. Porrey verklaarde naar aanleiding van de acties tegen de illegale goktenten bij de Rechter Commissaris: ‘Mijn indruk is dat van politiezijde is aangedrongen op een inval om het project aan de Keileweg te frustreren.’ Die indruk klopte, want de politie was allesbehalve blij met het arrangement tussen de gokbazen en de gemeente. Vanaf 1974 had de politie tevergeefs getracht het duo Smol- Driel Vis de pas af te snijden.

Driel Vis besloot met de noorderzon te vertrekken. Een poging om zijn bedrijfswinst  in beslag te nemen strandde op vluchthaven Zestienhoven. De politie kwam net te laat. Het geld was de douane al gepasseerd en kon niet opnieuw worden ingevoerd. Driel Vis verdween uit beeld met achterlating van een flinke belastingschuld. Met deze achtervolging en de vlucht van Driel Vis naar Brazilië eindigde de Maasstadoperette.

Epiloog

In 1987 meldde Driel Vis zich weer in Nederland. Hij was uit heimwee teruggekomen.

Wethouder Henderson vond het tijd worden om eens met sekswerkers te gaan praten. Zij waren immers nog steeds niet of nauwelijks gehoord….

[i] Bovendien was er een stil alarm tussen Mata Hari, een goktent van Driel Vis en het politiebureau Marconiplein, voor het geval dat er een overval op Mata Hari, een van die goktenten werd gepleegd.

Terug naar de inhoudsopgave van het boek

Lees de andere artikelen in deze reeks

De achtergrond

  1. De invoering van het bordeelverbod is mislukt
  2. Schaalvergroting van prostitutie op de kaart

Een carnavaleske inhoudsopgave

  1. De Maasstadoperette

Katendrecht

  1. Katendrecht: een depot van beleefde Chinezen met tijdelijke liefdes
  2. Het gecontroleerde ontstaan van een rosse buurt: bijnamenromantiek en huisjesmelkers
  3. Bewoners versus Het Leven
  4. De strijd tussen bewoners en de prostitutiewereld ontbrandt (letterlijk)
  5. Over een glazenwasser, caféhouders en kaartavondjes voor bejaarden
  6. Bordeelsluiting, een heidens karwei
  7. ‘Niet tegen maar langs de wet’.

Het Eroscentrum

  1. Het Eroscentrum, waaro, hiero of daaro?
  2. De Wijn- en Trijnhaven
  3. Het Poortgebouw ofwel Fuckingham Palace
  4. Bordeelboten, prostitutie tussen de wal en het schip
  5. De Keileweg: een erotisch luchtkasteel op een desolate vlakte
  6. Dit artikel

Achteraf

  1. Oeps, vergeten te vragen wat sekswerkers van al dit moois vonden
  2. Het Rotterdamse prostitutiebeleid in de jaren 70 en 80: een catalogus van blunders

Een opmerking over bronnen. Voor deze artikelenreeks zijn veel krantenartikelen gebruikt. De leesbaarheid zou zeer worden aangetast als die steeds in een notenapparaat moesten worden opgenomen. Daarom zijn de bronnen voor al deze artikelen in een aparte file vermeld die hier te downloaden is.

Overige bronnen